Uitspraak
Rechtbank Den HAAG
1.Het verloop van de procedure
- het (herziene) verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 9 februari 2018;
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 13 februari 2018;
- de producties van partijen.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de Stichting RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (RKD) en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. RKD verzocht de ontbinding op basis van een tekortkoming in de nakoming van de arbeidsovereenkomst, specifiek vanwege de weigering van [verweerder] om mee te werken aan zijn re-integratie na langdurige ziekte. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] sinds 1 maart 1995 in dienst was bij RKD en dat hij op 28 september 2016 wegens ziekte uitviel. Ondanks herhaalde adviezen van de bedrijfsarts en het UWV om zijn werkzaamheden te hervatten, heeft [verweerder] zich herhaaldelijk ziek gemeld en niet adequaat gereageerd op re-integratievoorstellen van RKD.
De rechter heeft geconcludeerd dat [verweerder] ernstig tekort is geschoten in zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst door niet mee te werken aan de re-integratie. Dit gedrag heeft geleid tot een verstoorde arbeidsrelatie, waardoor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 april 2018 en geoordeeld dat [verweerder] geen recht had op een transitievergoeding, omdat zijn handelen als ernstig verwijtbaar werd beschouwd. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.