ECLI:NL:RBDHA:2018:7333
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Eritrese eiseres met vrees voor dienstplicht en autoriteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juni 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Eritrese vrouw die in Saoedi-Arabië heeft gewoond, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de vrees voor dienstplicht en de autoriteiten in Eritrea niet geloofwaardig werd geacht. Eiseres heeft aangevoerd dat zij na haar uitreis uit Eritrea te vrezen heeft voor de autoriteiten, vooral omdat haar vader een opposant is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van eiseres inconsistent en ongeloofwaardig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in aanmerking komt voor een asielvergunning. De rechtbank heeft de zienswijze van eiseres verworpen, waarbij zij stelde dat de mogelijkheid om verklaringen aan te vullen niet beperkt is tot de zienswijze. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vrijstellingsgrond voor militaire dienst niet van toepassing is, omdat eiseres gescheiden is en niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de zorg heeft voor een kind. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.