3.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat bij haar beoordeling uit van de navolgende redengevende feiten en omstandigheden. Deze feiten en omstandigheden vinden hun oorsprong in de bewijsmiddelen die in de voetnoten staan genoemd.
Gelet op de samenhang tussen de feiten 1 en 3, zoals verwoord in de tenlastelegging onder feit 3, zal de rechtbank eerste deze feiten bespreken en afsluiten met feit 2.
Feit 1 en feit 3
De verklaringen van aangeefster [slachtoffer]
) heeft gedurende enkele jaren een relatie gehad met verdachte, die zij [verdachte] of [naam 2] noemt.Op 14 en 17 april 2017, 12 mei 2017 en 13 juni 2017 heeft [slachtoffer] verklaringen afgelegd bij de politie. Zij heeft verklaard over diverse incidenten die tussen haar en [verdachte] hebben plaatsgevonden.
27 maart 2017
[slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] op 27 maart 2017 bij haar voor de deur stond en dat ze die avond ruzie kregen. Tijdens die ruzie heeft [verdachte] haar geslagen met zijn vuisten. Ze voelde na de klappen pijn op haar lichaam.
4 april 2017
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 4 april 2017 met [verdachte] in een internetcafé was, vlakbij Hollands Spoor (
de rechtbank begrijpt: te Den Haag). [verdachte] zei tegen haar: “kom eens hier”. [slachtoffer] kwam dichtbij en voelde dat [verdachte] haar met de vlakke hand een klap in haar gezicht gaf. Daarop is [slachtoffer] weggegaan. Toen [slachtoffer] thuiskwam, stond [verdachte] te wachten bij de deur. Toen ze in de slaapkamer waren, voelde ze dat [verdachte] haar sloeg. [verdachte] raakte haar op haar hoofd, rug, armen en benen. Kort daarna sloeg [verdachte] haar weer. Hij sloeg haar onder andere met de ijzeren staaf die aan de stofzuigerslang zit. [slachtoffer] voelde dat elke klap pijn deed. Ze zag dat hij een mes in zijn handen had en dat hij haar met de achterkant van het mes op haar hoofd sloeg. [slachtoffer] had door het slaan met het mes een verwonding op haar hoofd en voelde dat er bloed uit haar hoofd stroomde. [slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] hiervan een filmpje heeft gemaakt met zijn telefoon. Ook heeft [slachtoffer] verklaard dat ze tijdens de ruzie voelde dat [verdachte] haar keel twee of drie keer dicht kneep, waardoor zij geen adem meer kreeg. Elke keer voelde het alsof ze doodging.
8 april 2017
[slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] haar op 8 april 2017 weer sloeg. Hij sloeg haar op haar hoofd en op haar hele lichaam. Elke klap deed haar zeer. Op een gegeven moment zag ze dat [verdachte] een groot mes in zijn hand had. Ze voelde dat hij haar hiermee op haar hoofd sloeg. Ze zag dat hij het mes op haar keel zette en ze voelde dat het mes haar keel raakte, waardoor ze krassen had in haar hals. Toen ze ging douchen, zag ze dat ze een snee in haar linkerarm had, waarvan zij vermoedt dat zij deze heeft opgelopen doordat [verdachte] haar met het mes heeft geslagen. [slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] haar na deze ruzie iedere dag minstens één klap heeft gegeven en dat hij iedere dag wel een keer zei dat ze een hoer was.
12 april 2017
[slachtoffer] heeft op 12 mei 2017 verklaard over een incident dat op 12 april 2017 heeft plaatsgevonden. Zij heeft verklaard dat ze ruzie kreeg met [verdachte] toen ze thuiskwam.
had een rasp neergelegd. [slachtoffer] moest van [verdachte] haar kleding uittrekken en op de rasp gaan zitten. Van [verdachte] moest ze recht op, op haar knieën zitten en mocht ze niet op haar handen steunen. Dat deed heel veel pijn. Ook voelde ze vernedering en angst, dat als ze eraf kwam, dat hij haar zou slaan met de ijzeren stang van de stofzuiger. [slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] deze gebeurtenis gefilmd heeft.
13 april 2017
[slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] haar op 13 april 2017 op straat, op het [adres 2] (
de rechtbank begrijpt: te Den Haag), heeft geslagen op haar mond met zijn vlakke hand. Nadat ze thuis waren, sloeg hij haar een bloedneus, waarna ze het bloed uit haar neus voelde stromen.
14 april 2017
[slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] haar vandaag (
de rechtbank begrijpt: 14 april 2017) heeft geslagen tegen haar armen en in haar gezicht. Ze voelde dat dit pijn deed.
De filmopnamen
In het dossier bevinden zich beelden die afkomstig zijn van de telefoon van verdachte. Deze beelden zijn door de politie onderzocht en beschreven. De politie heeft geverbaliseerd dat de bestandsnaam de datum en het tijdstip van het moment van de opname aanduidt.Op de terechtzitting van 13 maart 2018 zijn de hierna genoemde filmopnamen afgespeeld.
[filmopname 1] (4 april)
Door de verbalisant is het volgende gerelateerd:
Ik zag een vrouw in beeld. Ik herken haar als aangeefster [slachtoffer]. Ik zag dat zij in een woning stond. Ik zag dat zij bloed op haar linker arm had. Ik hoorde dat zij huilde. Ik zag dat [slachtoffer] haar hand op de linkerzijde van haar hoofd legde. Ik hoorde een mannenstem. Ik herkende deze stem voor 100% als de stem van verdachte [naam 2]. Ik hoorde dat hij zei: “kijk die motherfucker” Ik zag dat de camera snel heen en weer bewoog. Ik zag dat er iets tegen de billen van [slachtoffer] kwam. Ik hoorde een klap. Ik hoorde [slachtoffer] gillen. Ik zag dat [slachtoffer] nog een stap naar rechts zette. Ik hoorde dat ze nog steeds huilde. Ik zag dat ze naar de camera keek. Ik zag dat ze haar hand door haar haren haalde. Ik zag dat ze naar haar hand keek die ze zojuist door haar haren gehaald had.
[filmopname 2] (12 april 2017)
Door de verbalisant is het volgende gerelateerd:
Ik zag een vrouw in beeld. Ik herkende haar als aangeefster [slachtoffer]. Ik zag dat zij gehurkt in een hoek van een kamer zat. Ik zag dat er een plat metalen voorwerp voor haar op de grond lag. Ik hoorde aangeefster [slachtoffer] huilen. Ik zag dat [slachtoffer] met één knie op het metalen voorwerp zat. Ik hoorde een mannenstem. Ik herken deze mannenstem voor 100% als de stem van verdachte [naam 2]. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Doe je hand weg en doe die ding goed.” Ik zag dat [slachtoffer] met haar linkerhand het metalen voorwerp vastpakte, waarna zij het voorwerp direct weer los liet. Ik zag dat zij met twee knieën op het voorwerp ging zitten. Ik zag dat zij beide handen van de grond afhaalde. Ik hoorde dat zij tijdens het huilen meerdere malen “auw” zei. Ik hoorde [naam 2] lachen. Ik zag dat zij direct weer naar voren viel en met haar handen de grond raakte. Ik zag dat zij wederom haar handen van de grond afhaalde en op haar benen legde. Ik zag dat ze direct weer naar voren viel en weer met haar handen de grond raakte. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Alle twee.” Ik hoorde dat [naam 2] nog steeds aan het lachen was. Ik hoorde dat [naam 2] nogmaals “alle twee” zei. Ik zag dat [slachtoffer] haar knieën iets optilde. Ik zag dat het metalen voorwerp aan haar knieën vast zat want het kwam los van de grond. Ik zag dat [slachtoffer] haar handen los van de grond haalde en naar achteren leunde. Ik hoorde [slachtoffer] huilen en hoorde dat ze zei: “Nee, auw, auw” Ik zag dat zij naar voren viel. Ik zag dat zij zich opving met haar handen en ik zag dat zij hierna haar knieën van het metalen voorwerp afhaalde. Ik hoorde dat ze zei: “Auw”. Ik zag dat [slachtoffer] op haar hurken zat. De hele filmopname was [slachtoffer] aan het huilen.
Het letsel van [slachtoffer]
De politie heeft op 14 april 2017, op het moment dat [slachtoffer] aangifte deed, geconstateerd dat er meerdere blauwe plekken en krassen op haar lichaam aanwezig waren.Door een arts is op 15 april 2017 geconstateerd dat [slachtoffer] onder andere hematomen en een wijkende snijwond had op haar linker bovenarm, een snijwond op de behaarde hoofdhuid bovenop, tientallen hematomen op de rug en kaak en krassen van een mespunt op het onderlichaam.
De waardering van de bewijsmiddelen
[slachtoffer] heeft op meerdere momenten verklaringen afgelegd bij de politie. Zij heeft daarbij steeds consistent verklaard. Haar verklaringen worden ook op meerdere punten ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier, zoals het geconstateerde letsel en de filmopnamen van 4 en 12 april 2017, waarvan [slachtoffer] al reeds voor het bestaan daarvan bekend werd, heeft verklaard dat [naam 2] opnames van de gebeurtenissen had gemaakt. Verdachte heeft ter terechtzitting bovendien ook verklaard dat hij de persoon is die op deze opnames te horen is. Ook heeft de verdachte ter terechtzitting verklaard dat [slachtoffer] van hem op de rasp moest gaan zitten en dat ze moest bukken op die rasp en met haar knieën erop.Dit sluit naadloos aan op de verklaring van [slachtoffer] op dit punt.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar en derhalve bruikbaar voor het bewijs. Op grond van die verklaringen, in samenhang met de overige gebezigde bewijsmiddelen, acht de rechtbank feit 1, met alle daarbij tenlastegelegde feitelijkheden, wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
De verklaring van aangeefster [slachtoffer]
is op 12 mei 2017 aanvullend door de politie gehoord. Ze heeft verklaard dat ze op 14 april 2017 thuis ruzie had met [naam 2]. Hij zei heel vaak dat ze haar benen open moest doen. Als ze dat niet deed, zou hij haar slaan. [naam 2] heeft toen de huistelefoon bij haar ingebracht, filmde dit en dreigde dit op Facebook te zetten. [slachtoffer] heeft verklaard dat ze duidelijk heeft gezegd dat ze het niet wilde en dat ze het niet normaal vond. [slachtoffer] heeft ook verklaard dat ze zich op dat moment niks waard voelde, vernederd en ook machteloos, omdat haar kind erbij was.
De filmopname
[filmopname 3] (14 april 2017)
Door de verbalisant is gerelateerd:
Ik zag een vrouw in beeld. Ik herkende deze vrouw als aangeefster [slachtoffer]. Ik zag dat zij lag. Ik zag dat zij een baby in haar linkerarm hield. Ik zag dat zij met haar andere arm de baby aan het voeden was met een fles. Ik hoorde een mannenstem. Ik herkende deze stem voor 100% als de stem van verdachte [naam 2]. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Jij bent hoer. Open!” Ik zag dat de camera bewoog naar het geslachtsdeel van [slachtoffer]. Ik zag dat [slachtoffer] geen ondergoed aan had. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Open! Open mama” Ik zag een hand voor het geslachtsdeel van [slachtoffer]. Ik zag dat deze hand donker getint was. Ik zag dat deze hand een zwart voorwerp vast hield. Ik zag dat de hand het voorwerp bij [slachtoffer] in haar geslachtsdeel bracht. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “open!” Ik zag dat de hand het voorwerp een aantal maal heen en weer bewoog. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Open, open, open!” Ik zag dat [slachtoffer] haar hand naar het zwarte voorwerp bewoog en ik zag dat zij het voorwerp weghaalde. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “I said open, open, open mama, open” Ik zag dat [slachtoffer] met een angstige blik in de camera keek. Ik zag dat zij nog steeds een baby in haar armen hield. Ik hoorde [slachtoffer] praten. Ik kon niet verstaan wat ze zei. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Open! I said open!” Ik zag dat een donker getinte hand met een zwart voorwerp bij het linker been van [slachtoffer]. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Zo, ja perfect. Hoer jij bent toch, jij bent hoer toch.” Ik zag dat een donker getinte hand een zwart voorwerp inbracht bij het geslachtsdeel van [slachtoffer]. Ik hoorde dat [slachtoffer] zei: “Nee!” Ik hoorde dat [naam 2] zei: “Nee? Kijk wat ik doe bij die hoertjes.” Ik zag dat de hand met zijn handpalm het voorwerp dieper inbracht. Ik hoorde dat [naam 2] zei: “He? He?” Ik zag dat de hand het zwarte voorwerp heen en weer bewoog. Ik zag dat de baby nog steeds op de buik lag van [slachtoffer]. Ik zag dat [slachtoffer] met haar rechter hand het zwarte voorwerp uit haar geslachtsdeel probeerde te halen. Ik hoorde de baby huilen. Ik zag dat de donker getinte hand het voorwerp uit het geslachtsdeel haalde. Ik zag dat het voorwerp goed in beeld kwam. Ik zag dat het een telefoon betrof. Ik zag dat er slijm op de telefoon zat aan het gedeelte wat bij [slachtoffer] in haar geslachtsdeel gezeten had. Ik zag dat de telefoon dicht bij de camera gehouden werd. Ik hoorde [naam 2] zeggen: “Lekker of niet?” Ik zag dat [slachtoffer] naar de baby keek. Ik zag dat de telefoon naar het gezicht van [slachtoffer] gebracht werd. Ik zag dat [slachtoffer] schrok op het moment dat de telefoon voor haar gezicht gehouden werd. Ik hoorde [naam 2] zeggen: “Niet, suck it!” Ik zag dat zij met haar rechterhand de telefoon wegsloeg. Ik hoorde dat [naam 2] op een dwingendere toon zei: “Suck it!” Ik zag dat [slachtoffer] boos keek. Ik zag dat [slachtoffer] nogmaals met haar hand sloeg. Ik kon niet zien waar tegen zij sloeg. Ik hoorde de baby nog steeds huilen.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het klopt dat hij een telefoon in de vagina van [slachtoffer] heeft gedaan, dat hij heeft gezegd: “open, hoer” en dat hij met “open” haar vagina bedoelde.Hij heeft ook verklaard dat [slachtoffer] zelf haar vagina opende en dat hij haar daartoe niet gedwongen heeft.
De waardering van de bewijsmiddelen
Op grond van de bewijsmiddelen bestaat er geen twijfel over het feit dat verdachte een telefoon in de vagina van [slachtoffer] heeft gebracht. [slachtoffer] heeft verklaard dat dit tegen haar wil is gebeurd. De raadsman van verdachte heeft aangegeven dat het zeer de vraag is of er bij het gebeurde wel sprake is geweest van dwang.
Voor bewijs van verkrachting is vereist een door verdachte opzettelijk veroorzaakte dwangsituatie door geweld en/of een feitelijkheid of feitelijkheden.
[slachtoffer] heeft bij de politie stellig verklaard dat zij niet wilde dat de telefoon bij haar ingebracht werd en dat zij bang was dat zij zou worden geslagen als zij haar benen niet wijd deed. Dat zij de handeling niet wilde, wordt bevestigd door de filmopname die zich in het dossier bevindt. Uit die beelden, die ter terechtzitting zijn getoond, blijkt niet van instemming met de handelingen. Uit de beelden blijkt daarentegen dat [slachtoffer] op meerdere momenten de telefoon tracht weg te halen, dat zij de telefoon uiteindelijk ook wegslaat en dat zij “nee” zegt, terwijl verdachte steeds “open” en “hoer” roept. Reeds op grond hiervan moet naar het oordeel van de rechtbank de conclusie luiden dat [slachtoffer] niet met de handeling instemde en dat aldus sprake is geweest van dwang. De rechtbank heeft daar ook bij betrokken dat uit de beelden blijkt dat [slachtoffer] ten tijde van het gebeurde haar zeer jonge baby in haar armen had en dat zij hem voedde, hetgeen een omstandigheid is waarbij [slachtoffer] zich fysiek niet eenvoudig aan de handelingen van verdachte kon onttrekken. Ook de aard van de relatie tussen [slachtoffer] en verdachte, die zich kenmerkte door het veelvuldig gebruik van geweld door verdachte jegens [slachtoffer], juist als zij zich verzette, heeft de rechtbank betrokken bij haar oordeel. Daarbij is voorts van belang dat de hierboven bewezenverklaarde mishandelingen die verdachte jegens [slachtoffer] heeft gepleegd in de dagen voorafgaand aan het onderhavige incident, welke zeer vernederend en pijnlijk van aard waren en die ook op verschillende momenten werden gekenmerkt door het uitoefenen van dwang, en de als gevolg van die mishandelingen ontstane angst, hebben bijgedragen aan een dwangsituatie die heeft gemaakt dat [slachtoffer] de handelingen van verdachte heeft ondergaan, terwijl ze dit niet wilde.
De rechtbank is dan ook, alles afwegende, van oordeel dat verdachte aangeefster door de feitelijkheden zoals genoemd heeft gedwongen tot het ondergaan van de in de tenlastelegging omschreven handelingen. De rechtbank acht dit feit dan ook bewezen.
Feit 2
Aangezien verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft bekend, hij nadien niet anders heeft verklaard en de raadsman van verdachte geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opsomming van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
- het proces-verbaal van aangifte door [aangever] d.d. 14 april 2017 (blz. 110 en 111);
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 13 maart 2018.