ECLI:NL:RBDHA:2018:7137
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan op basis van artikel 8.12 Vreemdelingenbesluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Britse nationaliteit houdende vrouw, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris waarin werd vastgesteld dat zij geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan had. Dit besluit volgde op een melding van de gemeente over haar bijstandsuitkering, die zij sinds 1 juli 2017 ontving. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf, omdat zij niet kon aantonen dat zij reële en daadwerkelijke arbeid verrichtte of dat zij voldoende middelen van bestaan had. Eiseres had weliswaar gesolliciteerd, maar dit was onvoldoende om aan te tonen dat zij rechtmatig verblijf had als werkzoekende. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit terecht was genomen, omdat eiseres niet voldeed aan de vereisten van het Vreemdelingenbesluit. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.