Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 juli 2017, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 15 november 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- het proces-verbaal van comparitie van 10 april 2018 en de daarin genoemde aanvullende producties van Liftforce.
2.De feiten
- 1e termijn: 40% bij opdracht
- 2e termijn: 50% bij levering maar voor montage
- 3e termijn: 10% na oplevering
1.stuks HYDRAULISCHE GOEDERENLIFT type EH/DC-3000
Garantie gaat in na oplevering van de lift ( gelijktijdige keuring (voor onze rekening) + ingebruikname)
- op 28 april 2016, een bedrag van € 1.330,- (exclusief btw) voor het vervangen van de besturingsprintplaat,
- op 11 juli 2016, een bedrag van € 10.147,71 (exclusief btw), voor het installeren van een nieuwe besturing en toebehoren op de liftkooi, en arbeids- reis- en verblijfskosten,
- op 14 september 2016 en 14 november 2016, een bedrag van € 11.060,- (2 x € 5.530,-) voor het herstellen en bedrijfsvaardig opleveren van een hydraulische pompunit voor een bestaande goederenlift.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
naoplevering’ niet verder in de offerte is gespecificeerd. Deze bepaling kan in redelijkheid niet anders worden uitgelegd dan dat de laatste termijn verschuldigd is, zodra de oplevering heeft plaatsgevonden. Evenmin doet aan de opeisbaarheid van de slottermijn op eind juli 2015 af dat de slottermijn pas op 4 april 2018 is gefactureerd. Uit de afspraak in de overeenkomst dat de slottermijn na oplevering moet worden betaald volgt dat de slottermijn vanaf het moment van oplevering opeisbaar is. Weliswaar staat in de overeenkomst ook dat binnen dertig dagen na factuurdatum moet zijn betaald, maar die bepaling regelt uitsluitend het moment waarop uiterlijk moet zijn betaald, niet het moment waarop een betalingstermijn verschuldigd raakt en kan worden opgeëist.
totaletrajectsnelheid.
- het hydraulieksysteem was niet goed en lekte olie,
- de printplaat was, mede vanwege bovenstaande gebrek, kapot en moest vervangen worden,
- de hydrauliekslangen lagen los op de bodem van de put,
- er waren loshangende en ontblote elektrakabels,
- de grendelpennen waren niet goed afgesteld.
door ondeugdelijke constructieenig gebrek mocht ontstaan. In die toevoeging ligt naar het oordeel van de rechtbank besloten dat de garantie alleen geldt voor gebreken die op de deugdelijkheid van de door Liftforce geleverde liftconstructie zijn terug te voeren en niet op gebreken die het gevolg zijn van, bijvoorbeeld, onoordeelkundig gebruik of onvoldoende onderhoud, zoals ook in artikel 14.9a van de Algemene Voorwaarden tot uitdrukking is gebracht. Het is aan Dijkham om te stellen, en bij voldoende gemotiveerde betwisting, te bewijzen dat sprake is van gebreken waarvoor Liftforce op grond van de garantie aansprakelijk is. Die bewijslast brengt, gelet op de hiervoor genoemde tekst en opzet van de garantie, dus met zich dat Dijkham niet alleen moet stellen en bewijzen dat er gedurende de garantietermijn gebreken zijn opgetreden, maar ook dat die gebreken zijn te herleiden tot de ondeugdelijkheid van de geleverde constructie. Dit laatste brengt (impliciet) dus ook met zich dat bij betwisting op Dijkham de bewijslast rust dat de gebreken niet het gevolg zijn van één of meerdere van de in artikel 14.9a van de Algemene Voorwaarden genoemde oorzaken, die in de eigen risicosfeer van de opdrachtgever liggen.
- de grote motor niet functioneerde, omdat een door Dijkham/Jebo ingehuurde derde aan de instellingen van het ventiel van de motor heeft gezeten, waardoor er onvoldoende druk werd opgebouwd;
- de aanzuigfilters verstopt raken, doordat als gevolg van intensief gebruik van de koelcellen condensvorming in de olietank ontstaat en de olie corrodeert;
- de klachten aan de deuren zijn veroorzaakt door een bout in de onderste deurrail en door het voortijdig trekken aan de deuren door medewerkers van Jebo.
5.De beslissing
Dijkhamop te bewijzen dat de lift in oktober 2015, november 2015 en in april 2016 gebreken vertoonde die door ondeugdelijke constructie van de lift zijn ontstaan;