ECLI:NL:RBDHA:2018:6871

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2018
Publicatiedatum
12 juni 2018
Zaaknummer
09/837135-17
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting via Marktplaats door minderjarige verdachte

Op 11 juni 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2002, die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een reeks oplichtingen en pogingen daartoe via de website Marktplaats.nl. De verdachte en zijn mededaders deden zich voor als bonafide kopers van elektronica, zoals telefoons en laptops, en gebruikten daarbij een valse naam en een valse internetbankierenapp van de Rabobank. Hierdoor wekten zij bij de slachtoffers de indruk dat zij de goederen betaalden, terwijl er in werkelijkheid geen betaling had plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een actieve rol speelde in de oplichtingspraktijken, waarbij hij als 'regelaar' en 'loper' fungeerde. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een gezamenlijke uitvoering van de feiten, met een duidelijke taakverdeling tussen de betrokkenen. De verdachte heeft bekend betrokken te zijn geweest bij de feiten, maar zijn raadsman heeft vrijspraak bepleit voor enkele specifieke tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 80 uren, met een voorwaardelijke werkstraf van 80 uren, en heeft de verbeurdverklaring van enkele in beslag genomen mobiele telefoons uitgesproken. De rechtbank heeft rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn verbeterde omstandigheden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09/837135-17
Datum uitspraak 11 juni 2018
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft dit vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2002 te ’s-Gravenhage,
adres: [adres] .
De tenlastelegging en het onderzoek op de zitting zijn de basis voor dit vonnis.

1.Het onderzoek op de zitting

Het onderzoek is gehouden op de zitting met gesloten deuren van 28 mei 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Kampen en van het standpunt van de verdachte en zijn raadsman mr. A.G. de Jong, advocaat in Den Haag.

2.De tenlastelegging

De verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan vijf pogingen tot oplichting en één voltooide oplichting, gepleegd samen met anderen.
Subsidiair wordt hem verweten dat hij anderen heeft geholpen (medeplichtigheid) bij het plegen van deze feiten.
De volledige tekst van de – op de zitting van 28 mei 2018 gewijzigde – tenlastelegging is opgenomen in bijlage I van dit vonnis en maakt daarvan deel uit.
Zaak 2.4 zal bij de verdere bespreking buiten beschouwing worden gelaten gezien de onvolledige tenlastelegging op dit punt.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten als pogingen tot oplichting wettig en overtuigend kunnen worden bewezen en dat de verdachte als medepleger bij die feiten betrokken was.
Over de rol van de verdachte heeft zij in het bijzonder nog opgemerkt dat hij in direct contact stond met de hoofdverdachte, dat hij contact zocht met de verkopers, ‘lopers’ regelde en meereed naar de afspraken. Er was dan ook sprake van een gezamenlijk plan dat werd uitgevoerd en waar er een taakverdeling was te onderscheiden.
De officier van justitie heeft geëist dat de verdachte een werkstraf van 160 uren krijgt opgelegd. Van die werkstraf zou de helft, te weten 80 uren, voorwaardelijk opgelegd moeten worden met een proeftijd van twee jaren.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen heeft de officier van justitie gevorderd:
de Nokia mobiele telefoon terug te geven aan de verdachte;
de Apple iPhone mobiele telefoon verbeurd te verklaren, en
de Samsung Note 3 mobiele telefoon verbeurd te verklaren.

4.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van zaak 2.5 (onder feit 2 tenlastegelegd), omdat de verdachte zijn betrokkenheid hierbij ontkent en niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat hij degene is geweest die de telefoon heeft gebruikt.
Met betrekking tot de overige zaken heeft de verdachte deze feiten op de zitting bekend, zodat deze wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, aldus de raadsman. Hij heeft daarbij wel opgemerkt dat de verdachte geen medeplegen, maar hooguit de medeplichtigheid aan deze feiten kan worden verweten. De rol van de verdachte ten opzichte van de hoofdverdachte [naam 1] (hierna: [naam 1] ) was niet gelijkwaardig genoeg om van medeplegen te kunnen spreken. [naam 1] was de opdrachtgever en zorgde voor de middelen, zoals de valse internetbankierenapp en de telefoon waarop deze app stond, afspraken met verkopers en vervoer. De verdachte heeft verklaard hooguit 100 tot 200 euro te hebben gekregen voor zijn werkzaamheden. De verkregen goederen zijn niet bij de verdachte aangetroffen. De raadsman heeft verzocht om de verdachte bij beide feiten van het medeplegen vrij te spreken, omdat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking.
Met betrekking tot de strafoplegging heeft de raadsman gevraagd om aan de verdachte een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen en heeft hij zich over de duur daarvan gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Tot slot heeft de raadsman over de inbeslaggenomen mobiele telefoons het volgende opgemerkt:
de Nokia mobiele telefoon moet worden teruggegeven aan de verdachte, omdat uit het dossier niet volgt dat deze is gebruikt bij de feiten;
de Apple iPhone mobiele telefoon moet ook worden teruggegeven aan de verdachte. Er is een keer geprobeerd om met deze telefoon contact op te nemen met een verkoper, maar dit is niet gelukt. Het aandeel van dit voorwerp bij de totstandkoming van het feit is ook te gering om dit voorwerp direct verbeurd te verklaren;
De Samsung Note 3 mobiele telefoon kan worden verbeurd verklaard.

5.Inleiding

In de periode van januari 2017 tot en met mei 2017 is bij de politie een aantal aangiftes van oplichting binnengekomen. De politie start vervolgens een onderzoek met de naam “Chardonnay17”. Uit dit onderzoek komt naar voren dat sprake lijkt te zijn van een groep personen, telkens in een wisselende samenstelling, die gebruik maakt van een bepaalde werkwijze.
Deze werkwijze hield in dat er via de handelswebsite www.marktplaats.nl (hierna: Marktplaats) een afspraak werd gemaakt met een verkoper van elektronica, veelal iPhones of laptops. Men deed zich dan voor als geïnteresseerde koper en gebruikte een andere dan de werkelijke naam.
Naar de afspraak werden (meestal jonge) meisjes gestuurd, die er verzorgd uitzagen om zo een sfeer van vertrouwen te creëren.
Tijdens de verkoop werd vervolgens ter plekke gebruik gemaakt van een valse internetbankierenapp van de Rabobank, waardoor het er voor de verkoper op het eerste gezicht op leek dat ter plekke geld werd overgemaakt naar de verkoper. Dit gebeurde in werkelijkheid echter niet. Er werd niet betaald voor het goed en het goed werd zonder betaling meegenomen.
De groep betrokken personen bestond uit:
de hoofdverdachte, tevens verstrekker van de telefoon met valse internetbankierenapp;
een aantal chauffeurs (‘drivers’) om de betrokkenen op te halen en naar de verschillende afspraken te rijden;
een aantal ‘regelaars’, die als taak hadden meisjes te zoeken om de koop te sluiten;
een aantal ‘lopers’, betrouwbaar uitziende meisjes die naar de verkopers toegingen om de koop te sluiten met gebruikmaking van de valse internetbankierenapp.
De verdachte is in het onderzoek als ‘regelaar’ naar voren gekomen en bij een aantal zaken ook als ‘loper’.
6. Bewijsoverwegingen ten aanzien van de feiten [1]
6.1
Zaken 2.1, 2.2, 2.3 en 2.8
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de bekennende verklaring van verdachte ten aanzien van de zaken 2.1 t/m 2.3 en 2.8 op de zitting van 28 mei 2018 en gelet op het feit dat de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, kan worden volstaan met een opsomming van de gebezigde bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opsomming is opgenomen in bijlage II.
Tevens neemt de rechtbank bij de bewezenverklaring in aanmerking dat bij de pogingen tot oplichting telkens gebruik is gemaakt van dezelfde werkwijze, zoals omschreven in de inleiding.
De rechtbank is het met de officier van justitie en de raadsman eens dat feit 1 te kwalificeren valt als een poging tot oplichting, zoals tenlastegelegd onder 1 meer subsidiair, en zal de verdachte daarom vrijspreken van hetgeen onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste is gelegd.
6.2
Zaak 2.5
De verdachte heeft iedere betrokkenheid bij deze zaak ontkend. Hij verklaart wel die dag in Katwijk te zijn geweest, maar zegt niets van deze zaak af te weten.
De aangever
De aangever [naam 2] verklaart dat hij op 16 mei 2017 om 15.00 uur op zijn mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] is gebeld. Eerst werd hij gebeld door iemand met een mannenstem vanaf een anoniem telefoonnummer. Een minuut later belde een vrouw met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Zij vertelde dat haar broertje eerder had gebeld en dat ze langs wilde komen om de laptop te kopen.
Vervolgens kwamen er om 16.30 uur twee meisjes bij de woning om de laptop van de aangever te kopen. De koop ging echter niet door, omdat de aangever contant geld wilde ontvangen en de meisjes zeiden dat zij dit niet bij zich hadden. [2]
Het telefoonnummer van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat zijn eigen mobiele telefoon een iPhone 4 betreft en dat hij gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer] . [3]
De verdachte heeft ook verklaard dat zijn telefoon met dat nummer ook vaak in het bezit was van anderen en dat dit die dag waarschijnlijk dan ook het geval was.
Onderzoek naar belgegevens
Uit onderzoek is gebleken dat op 16 mei 2017 om 14.59 uur een gesprek van 74 seconden tussen het telefoonnummer van de aangever en [telefoonnummer] , het telefoonnummer in gebruik bij de verdachte, heeft plaatsgevonden. [4]
Whatsapp gesprekken [5]
Op 16 mei 2017 zijn verschillende Whatsapp-gesprekken tussen het telefoonnummer in gebruik bij [naam 3] ’, [telefoonnummer] en het telefoonnummer in gebruik van verdachte, [telefoonnummer] . Dit start om 10:10:28 uur en eindigt om 22:33:43 uur.
In de diverse whatsappgesprekken wordt door de gebruiker van telefoonnummer
[telefoonnummer] onder meer gezegd dat aan de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer]
– het nummer in gebruik bij aangever – moet worden gevraagd om zijn adres. Hierop wordt geantwoord met ‘bel hem weer nu en zeg mn zusje komt’. Voorts wordt er gesproken over de koopwaar.
Ook wordt onder meer aan het eind van de dag gesproken over het adres waar degene met telefoonnummer [telefoonnummer] de dag daarna moet worden opgehaald. Dit blijkt het Flexcollege te zijn, waar de verdachte op 16 mei 2017 op school zat.
Conclusie
De rechtbank komt tot het oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt, dat het de verdachte is geweest die die dag onder meer via whatsapp tegen een ander heeft gezegd contact op te nemen met aangever en naar zijn adres te vragen. Voorts is het de verdachte geweest die op 16 mei 2017 in eerste instantie naar de aangever heeft gebeld en heeft geïnformeerd naar de laptop. De rechtbank acht de verklaring van de verdachte dat hij die dag mogelijk zijn telefoon had uitgeleend, zonder enige verdere informatie, niet geloofwaardig. Voorts volgt uit de eigen verklaring van de verdachte dat hij die dag in Katwijk is geweest met anderen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het aandeel van de verdachte bij deze zaak, met in achtneming van de werkwijze bij de andere bewezen verklaarde zaken, wettig en overtuigend bewezen.

7.Nadere bewijsoverwegingen

7.1
Medeplegen of medeplichtigheid
De rechtbank dient te beoordelen of de verdachte als medepleger of medeplichtige kan worden aangemerkt.
Voor medeplegen is vereist dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten, zoals het vaststellen van een onderlinge taakverdeling of de intensiteit van de samenwerking. De eisen voor de daadwerkelijke uitvoering worden minder zwaar als duidelijk is dat er een intensieve samenwerking (het maken van een plan) is geweest.
Er kan ook sprake zijn van medeplegen als het in de kern gaat om gedragingen die normaal gesproken met medeplichtigheid in verband worden gebracht (bijvoorbeeld het verstrekken van inlichtingen of het op de uitkijk staan). Vereist is dan wel dat de materiële en intellectuele bijdrage van die verdachte van voldoende gewicht is geweest.
7.2
De rol van de verdachte
De rechtbank kan op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende werkwijze en handelingen van de verdachte vaststellen.
Er was sprake van een duidelijke taak- en rolverdeling.
De verdachte was één van de regelaars, die zorgde voor betrouwbaar uitziende meisjes, die bij de verkopers langs moesten gaan.
De verdachte was één van de personen in de auto die de meisjes instructies gaf over wat ze precies moesten doen.
De verdachte was in een aantal gevallen ook een loper. Hij ging naar een aantal afspraken en ‘kocht’ met gebruikmaking van de valse internetbankierenapp het goed.
De verdachte had daarvoor de beschikking over de mobiele telefoon waarop de valse internetbankierenapp was geïnstalleerd.
De verdachte heeft ook een aantal telefoongesprekken gevoerd of geprobeerd te voeren met de verkopers.
De verdachte heeft telkens een vergoeding gekregen voor zijn werkzaamheden nadat een goed was verkregen.
7.3
Conclusie
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Dat de rol van de verdachte een andere is dan die van de hoofdverdachte, zoals betoogd door de verdediging, maakt dit oordeel niet anders. De verdachte was een wezenlijk en essentieel radertje in het grote geheel. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.

8.De bewezenverklaring

Door de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging gekregen dat de verdachte de feiten heeft gepleegd, zoals omschreven in bijlage III.

9.De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

10.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

11.De strafoplegging

De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
11.1
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een reeks van pogingen tot oplichting op en via Marktplaats.
De verdachte en zijn mededaders hebben zich tegenover de slachtoffers, te weten verkopers van diverse elektronica zoals telefoons, laptops en MacBooks, voorgedaan als bonafide kopers. Door gebruik te maken van een valse naam en een valse internetbankierenapp van de Rabobank hebben zij bij de slachtoffers de indruk gewekt dat zij de goederen ter plekke door middel van internetbankieren betaalden, terwijl in werkelijkheid geen betaling had plaatsgevonden. Vervolgens werd het veelal kostbare goed meegenomen
De gehele werkwijze was gepland en besproken en onderling waren de taken verdeeld. De ‘regelaars’ zochten en reageerden op verkoopadvertenties op Marktplaats en gingen op zoek naar ‘lopers’. De ‘lopers’ namen meestal telefonisch contact op met de verkopers en gingen naar het adres van de verkopers om de goederen op te halen.
De ‘drivers’ verzorgden het vervoer van de ‘lopers’ naar de verschillende adressen, waarbij zij iets verderop, al dan niet buiten beeld, bleven wachten op de lopers. De ‘lopers’ waren veelal (minderjarige, en in een enkel geval zeer jonge) meisjes die een betrouwbare indruk moesten wekken bij de verkopers. In sommige gevallen zijn de meisjes daarbij onder druk gezet om - toen zij aangaven te willen stoppen - door te gaan met het ophalen van de goederen. Verder maakten de verdachte en zijn mededaders gebruik van verschillende telefoonnummers, die zij aan de aangevers verstrekten indien de betaling niet zou zijn gelukt, welke telefoonnummers vervolgens niet meer werden gebruikt.
In de zaken waarbij de verdachte betrokken was, heeft deze werkwijze telkens geleid tot een poging tot oplichting en niet tot een voltooide oplichting, maar alleen omdat de verkopers er op stonden dat er contant zou worden betaald, of omdat zij de indruk kregen dat er iets niet klopte.
Dergelijke oplichtingspraktijken schaden het vertrouwen in eerlijke handel en het elektronische betaalverkeer, en verstoren de werking van populaire handelsplatformen op internet. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij hieraan heeft bijgedragen.
11.2
De persoon van de verdachte
Uit het strafblad van de verdachte komt naar voren dat hij twee keer van de officier van justitie een taakstraf heeft gekregen, te weten voor mishandeling en diefstal, maar dat hij niet eerder door de kinderrechter is veroordeeld.
Het feit dat de toen pas veertienjarige verdachte een aanzienlijke rol heeft gespeeld bij de feiten en het kennelijke gemak waarmee hij tot het plegen van de feiten is overgegaan, baart de rechtbank zorgen.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft op 9 oktober 2017 en op
17 mei 2018 een rapport en advies uitgebracht. Hoewel de Raad in het eerste rapport tot een andere strafadvies kwam, lijkt het er nu op dat de verdachte zijn leven heeft verbeterd en de Raad haar advies daarop heeft aangepast.
Na een problematisch schoolverleden is de verdachte in het schooljaar van 2017-2018 gestart bij het Palmhuis/De Jutters. Als de stijgende lijn zich voortzet, kan de verdachte weer instromen in het reguliere onderwijs.
De verdachte is op dit moment in therapie voor regulering van zijn agressie en vanwege slaapproblemen.
Positief wordt genoemd dat de verdachte hulpverlening accepteert en ook zelf pro actief hulp zoekt.
Geadviseerd wordt een deels voorwaardelijke werkstraf op te leggen. Bijzondere voorwaarden worden niet nodig geacht. De zorgen die er nog zijn, worden voldoende ondervangen door de betrokken hulpverlening vanuit het Palmhuis en het Centrum voor Jeugd en Gezin.
11.3
De op te leggen straf
De rechtbank komt alles afwegend tot de volgende strafmodaliteit en strafmaat. Zij houdt daarbij rekening met de LOVS-oriëntatiepunten die gelden voor jeugdigen in soortgelijke gevallen en met het advies van de Raad.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een onvoorwaardelijke werkstraf voor de duur van 80 uren. Dit doet naar haar oordeel voldoende recht aan de ernst van het feit, mede gelet op het beperkte strafblad van de verdachte en zijn nog jonge leeftijd.
Omdat de verdachte nog jong is en mogelijk weer in de verleiding komt om op een snelle manier aan geld te komen, ziet de rechtbank aanleiding om daarnaast een voorwaardelijke werkstraf op te leggen. Hiermee wordt beoogd hem ervan te weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.

12.De inbeslaggenomen goederen

Teruggave voorwerp 1: Nokia Zizo mobiele telefoon
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van het op de beslaglijst onder 1. genummerde voorwerp.
Verbeurd verklaren voorwerpen 2 en 3: Apple iPhone 4 mobiele telefoon en Samsung Note 3 mobiele telefoon.
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 2. genummerde voorwerp verbeurd verklaren.
Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien het voorwerp aan de verdachte toebehoort en met behulp van dit voorwerp de bewezenverklaarde feiten zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 3. genummerde voorwerp eveneens verbeurd verklaren. Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met behulp van dit voorwerp de bewezenverklaarde feiten zijn begaan en degene aan wie het voorwerp toebehoort bekend was met de verkrijging van dat voorwerp door middel van de bewezenverklaarde feiten of met het gebruik of de bestemming in verband daarmee, dan wel die verkrijging, dat gebruik of die bestemming redelijkerwijs had kunnen vermoeden.

13.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
33, 33a, 45, 47, 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg en, 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

14.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding onder
1. primair en 1 subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de hem bij dagvaarding onder
1. meer subsidiair en 2 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 meer subsidiair:
medeplegen van poging tot oplichting;
ten aanzien van feit 2 primair:
medeplegen van poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezene en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de tijd van
160 (honderdzestig) uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de tijd van
80 (tachtig) dagen;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag;
bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
80 (tachtig) uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
stelt de proeftijd vast op
2 (twee) jarenonder de
algemene voorwaardedat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
gelast de
teruggaveaan de verdachte van het op de beslaglijst onder 1. genummerde voorwerp, te weten: een Nokia Zizo mobiele telefoon (kleur zwart);
verklaart verbeurdde op de beslaglijst onder 2. en 3. genummerde voorwerpen, te weten:
- een Apple iPhone 4 mobiele telefoon;
- een Samsung Note 3 mobiele telefoon.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.E.M.G. van Wezel, kinderrechter, voorzitter,
mr. M.C. Bruining, kinderrechter,
mr. M. de Groot, kinderrechter-plv.,
in tegenwoordigheid van R. van Ast-Natadiningrat, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juni 2018.
Bijlagen:
de tenlastelegging
de bewijsmiddelen
de bewezenverklaring

Bijlage I: De tenlastelegging

Aan bovenbedoeld gedagvaarde persoon is – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 28 mei 2018 – tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei 2017 tot en met 18 mei 2017 te Bussum en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen heeft bewogen tot de afgifte van telkens enig goed, te weten de afgifte van de hieronder genoemde goederen, door - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid zich voor te doen als bonafide koper(s) op Marktplaats.nl (een internetdienst) en/of via Marktplaats.nl contact te zoeken met de hieronder genoemde verkopers van de hieronder genoemde aangeboden goederen en/of met die verkopers een afspraak te maken om de hieronder genoemde goederen te kopen en/of te doen alsof die goederen worden betaald middels overschrijving via een (valse) mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en/of de hieronder genoemde verkopers aan te geven en/of te laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de (valse) mobiele betaal-applicatie wordt en/of is gedaan, te weten:
zaak 2.2 in Bussum een Macbook van [benadeelde 1]
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[naam 1] en/of een of meer andere pers(o)on(en) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei 2017 tot en met 18 mei 2017 te Bussum en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen heeft bewogen tot de afgifte van telkens enig goed, te weten de afgifte van de hieronder genoemde goederen, door - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid zich voor te doen als bonafide koper(s) op Marktplaats.nl (een internetdienst) en/of via Marktplaats.nl contact te zoeken met de hieronder genoemde verkopers van de hieronder genoemde aangeboden goederen en/of met die verkopers een afspraak te maken om de hieronder genoemde goederen te kopen en/of te doen alsof die goederen worden betaald middels overschrijving via een (valse) mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en/of de hieronder genoemde verkopers aan te geven en/of te laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de (valse) mobiele betaal-applicatie wordt en/of is gedaan, te weten:
zaak 2.2 in Bussum een Macbook van [benadeelde 1]
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei tot en met 18 mei 2017 te Bussum en/of elders in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- die [benadeelde 1] te bellen en/of
- een afspraak met die [benadeelde 1] te maken en/of
- zich voor te doen als een bonafide koper en/of
- te doen alsof het goed wordt betaald middels overschrijving via een (valse) mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en/of
- te laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de (valse) mobiele betaal-applicatie wordt en/of is gedaan;
Meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei 2017 tot en met 18 mei 2017 te Bussum en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of (een) ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen te bewegen tot de afgifte van telkens enig goed, de afgifte van de hieronder genoemde goederen, te weten zich - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als bonafide koper(s) op Marktplaats.nl (een internetdienst) en/of via Marktplaats.nl contact heeft gezocht met de hieronder genoemde verkopers van de hieronder genoemde aangeboden goederen en/of met die verkopers een afspraak heeft gemaakt om de hieronder genoemde goederen te kopen en/of heeft gedaan alsof die goederen werden betaald middels overschrijving via een (valse) mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en/of de hieronder genoemde verkopers heeft aangegeven en/of heeft laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de (valse) mobiele betaal-applicatie werd en/of was gedaan, te weten:
zaak 2.2 in Bussum een Macbook van [benadeelde 1]
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 mei 2017 tot en met 18 mei 2017 te Katwijk aan Zee en/of Leiden en/of Wateringen en/of Amsterdam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen te bewegen tot de afgifte van telkens enig goed, de afgifte van de hieronder genoemde goederen, te weten zich - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als bonafide koper(s) op Marktplaats.nl (een internetdienst) en/of via Marktplaats.nl contact heeft gezocht met de hieronder genoemde verkopers van de hieronder genoemde aangeboden goederen en/of met die verkopers een afspraak heeft gemaakt om de hieronder genoemde goederen te kopen en/of heeft gedaan alsof die goederen werden betaald middels overschrijving via een (valse) mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en/of de hieronder genoemde verkopers heeft aangegeven en/of heeft laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de (valse) mobiele betaal-applicatie werd en/of was gedaan, te weten:
- zaak 2.3 in Leiden een laptop MSI van [benadeelde 2] ,
- zaak 2.5 in Katwijk aan Zee een laptop van [benadeelde 3] ,
- zaak 2.1 in Amsterdam een Iphone 6s van [benadeelde 4] ,
- zaak 2.8 in Wateringen een Dell laptop van [benadeelde 5] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[naam 1] en/of een of meer andere pers(o)n(en) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 mei 2017 tot en met 18 mei 2017 te Katwijk aan Zee en/of Leiden en/of Wateringen en/of Amsterdam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen te bewegen tot de afgifte van telkens enig goed, de afgifte van de hieronder genoemde goederen, te weten zich - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als bonafide koper(s) op Marktplaats.nl (een internetdienst) en/of via Marktplaats.nl contact heeft gezocht met de hieronder genoemde verkopers van de hieronder genoemde aangeboden goederen en/of met die verkopers een afspraak heeft gemaakt om de hieronder genoemde goederen te kopen en/of heeft gedaan alsof die goederen werden betaald middels overschrijving via een (valse) mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en/of de hieronder genoemde verkopers heeft aangegeven en/of heeft laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de (valse) mobiele betaal-applicatie werd en/of was gedaan, te weten:
- zaak 2.3 in Leiden een laptop MSI van [benadeelde 2] ,
- zaak 2.5 in Katwijk aan Zee een laptop van [benadeelde 3] ,
- zaak 2.1 in Amsterdam een Iphone 6s van [benadeelde 4] ,
- zaak 2.4 in Leiden een Iphone 6s van [benadeelde 6] ,
- zaak 2.8 in Wateringen een Dell laptop van [benadeelde 5] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 6 januari 2017 tot en met 18 mei 2017 te Katwijk aan Zee en/of Leiden en/of Wateringen en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- verschillende marktplaatsaccounts en/of een marktplaatsaccount voor niet-bestaande perso(o)n(en) aan te maken en/of
- afspraken met de hierboven genoemde aangevers te maken en/of
- met die aangevers te bellen en/of
- zich voor te doen als een bonafide koper en/of
- andere personen (meiden) te regelen die kunnen meegaan naar de aangevers en zich kunnen voordoen als bonafide kopers en/of
- naar de huizen van die aangevers te gaan en/of
- te doen alsof de hierboven genoemde goederen worden betaald middels overschrijving via een (valse) mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en/of
- te laten zien dat de betaling van de geldbedragen via de (valse) mobiele betaal-applicatie worden en/of zijn gedaan;
Bijlage II: de bewijsmiddelen
Aanvulling als bedoeld in artikel 365a, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, inhoudende de bewijsmiddelen, behorend bij het vonnis van 28 mei 2018 van de rechtbank Den Haag, op naam van de verdachte.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
In de zaken 2.1, 2.2., 2.3 en 2.8
  • de verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 28 mei 2018;
  • een schriftelijk bescheiden als bedoeld in artikel 344, eerste lid onderdeel 1 van het Wetboek van Strafvordering,
te weten het vonnis van deze rechtbank van 3 oktober 2017 op naam van mededader [naam 1] (parketnummer 09/842158-17).
Zaak 2.1
  • het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 4] (p. 290 t/m 292);
  • het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage (p. 293 t/m 294).
Zaak 2.2
- het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] , met bijlagen (p. 299 t/m 308).
Zaak 2.3
- het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 2] , met bijlagen (p. 316 t/m 320)
Zaak 2.8
- het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 5] (p. 346 t/m 347)
De hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen zijn – ook in onderdelen – alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop zij betrekking hebben.
Bijlage III: de bewezenverklaring
De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat:
1. meer subsidiair
hij op 18 mei 2017 te Bussum, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en ander
enwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een listige kunstgreep en door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde
persoonte bewegen tot de afgifte van enig goed, de afgifte van
hethieronder genoemde goed, te weten zich - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en
bedrieglijken in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als bonafide koper op Marktplaats.nl (een internetdienst) en via Marktplaats.nl contact heeft gezocht met de hieronder genoemde verkoper van
hethieronder genoemde aangeboden goed en met die verkoper een afspraak heeft gemaakt om
hethieronder genoemde goed te kopen,
en heeft gedaan alsof
datgoed werden betaald middels overschrijving via een valse mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en de hieronder genoemde verkoper heeft aangegeven en heeft laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de valse mobiele betaal-applicatie werd en was gedaan, te weten:
zaak 2.2 in Bussum een Macbook van [benadeelde 1]
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op tijdstippen in de periode
van 16mei 2017 tot en met 18 mei 2017 te Katwijk aan Zee en Leiden en Wateringen en Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en ander
enwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door
eenlistige kunstgreep en door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen te bewegen tot de afgifte van telkens enig goed, de afgifte van de hieronder genoemde goederen, te weten zich - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en
bedrieglijken in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als bonafide koper op Marktplaats.nl (een internetdienst) en via Marktplaats.nl contact heeft gezocht met de hieronder genoemde verkopers van de hieronder genoemde aangeboden goederen en met die verkopers een afspraak heeft gemaakt om de hieronder genoemde goederen te kopen en heeft gedaan alsof die goederen werden betaald middels overschrijving via een valse mobiele betaal-applicatie (internetbankierenapp) en de hieronder genoemde verkopers heeft aangegeven en heeft laten zien dat de betaling van het geldbedrag via de valse mobiele betaal-applicatie werd en was gedaan, te weten:
- zaak 2.3 in Leiden een laptop MSI van [benadeelde 2] ,
- zaak 2.5 in Katwijk aan Zee een laptop van [benadeelde 3] ,
- zaak 2.1 in Amsterdam een Iphone 6s van [benadeelde 4] ,
- zaak 2.8 in Wateringen een Dell laptop van [benadeelde 5] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf telkens niet is voltooid.
Eventuele taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet benadeeld.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit – voor zover niet anders weergegeven - delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2017060961, p. 1-1172
2.Aangifte [benadeelde 3] , p. 326-328
3.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 28 mei 2018, eigen verklaring verdachte
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 636
5.Whatsapp-gesprekken, p. 522 e.v.