Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 april 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte houdende grondslagwijziging;
- het vonnis waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 27 maart 2018;
- de opmerkingen van Achmea over het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal.
2.De feiten
Hierbij de opdracht voor een levering naar Audi Hongarije.”
3.Het geschil
Primairstelt zij dat zij door [gedaagde] op het verkeerde been is gezet met onjuiste mededelingen over de bedrijfsovername van [X] , waardoor Achmea [gedaagde] heeft gedagvaard en niet [X] , die zij niet meer in rechte kan betrekken, omdat de vordering op [X] begin juni 2017 is verjaard.
Subsidiairhoudt zij [gedaagde] als bestuurder van [X] aansprakelijk voor de door haar gevorderde schade, die bestaat uit het bedrag dat zij aan Arplas heeft vergoed voor schade die aan de zending is ontstaan tijdens het vervoer, te vermeerderen met de expertisekosten.