Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 september 2017, met producties 1 tot en met 3;
- de rolbeschikking van 20 september 2017, met instructie aan [eiser] voor het verstrekken van ontbrekende gegevens;
- het b3-formulier van [eiser] van 4 oktober 2017 met daarbij gevoegd een akte zoals door de rechtbank verzocht;
- de conclusie van antwoord van 15 november 2017, met producties 1 tot en met 3;
- het tussenvonnis van 7 februari 2018 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de ambtshalve beschikking van 23 februari 2018 waarbij een datum voor de comparitie van partijen is bepaald;
- het b8-formulier van 26 maart 2018 van [eiser] , met producties 4 tot en met 8;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 10 april 2018 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
[…]. In het verleden zijn tussen Wize Beheer B.V. en client diverse procedures gevoerd die betrekking hadden op de door client aan Wize verschuldigd honorarium. Ik verwijs daarvoor naar de u bekende rechterlijke uitspraken van de Rechtbank en het Gerechtshof waarbij de vordering van Wize op client is toegewezen.
3.Het geschil
- veroordeling van Wize Beheer om binnen een bij uitspraak te bepalen termijn ten overstaan van een daarbij te benoemen rechter-commissaris aan [eiser] rekening en verantwoording af te leggen van het door Wize Beheer gevoerde beheer met bepaling dat, indien Wize Beheer in gebreke blijft te verschijnen of rekening te doen of de aan de rechter-commissaris overgelegde rekening binnen de daarvoor bepaalde termijn aan [eiser] te betekenen, Wize Beheer daartoe zal kunnen worden genoodzaakt door inbeslagneming en verkoop van haar goederen tot een door de rechtbank te bepalen bedrag;
- dat het bedrag van ontvangsten en uitgaven der rekening zal worden vastgesteld, het saldo zal worden bepaald en Wize Beheer zal worden veroordeeld tot betaling aan [eiser] van zodanige som, als aan deze blijkens de rekening en verantwoording zal toekomen, met de wettelijke rente als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, vanaf de dag dat Wize Beheer in verzuim is gekomen tot aan de dag der voldoening, met veroordeling van Wize Beheer in de kosten van het geding.