In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 april 2018, wordt een verzoek behandeld in het kader van internationale kinderontvoering. De vader, wonende in Engeland, heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van zijn minderjarige kind naar Engeland, nadat de moeder, die sinds 2 augustus 2017 in Nederland verblijft, het kind naar Nederland had meegenomen. De vader heeft zich op 1 december 2017 gewend tot de Engelse Centrale Autoriteit met het verzoek om de onmiddellijke terugkeer van het kind. Dit verzoek is op 26 januari 2018 door de Engelse autoriteiten naar de Nederlandse Centrale Autoriteit verzonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken en de zitting op 17 april 2018, waar beide ouders aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten en tolken. Tijdens deze regiezitting is de zaak aangehouden om crossborder mediation te faciliteren. Echter, op 18 april 2018 heeft het Mediation Bureau gerapporteerd dat de mediation niet is geslaagd, waarna de vader zijn verzoek tot teruggeleiding heeft gehandhaafd.
De rechtbank heeft in het belang van het kind geoordeeld dat het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen. Deze curator moet de mening van het kind over het verblijf in Engeland en Nederland in kaart brengen, zonder de ouders hierbij te betrekken. De rechtbank heeft drs. Ingeborg Sandig benoemd tot bijzondere curator en heeft haar instructies gegeven over het voeren van gesprekken met het kind en het opstellen van een verslag voor de rechtbank. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van het kind en de noodzaak om een zorgvuldige afweging te maken in deze complexe internationale situatie.