ECLI:NL:RBDHA:2018:6272
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Eiser uit Italië, homoseksualiteit en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een homoseksuele man, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, had de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 17 mei 2018, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, is het procesverloop besproken. Eiser had eerder asielaanvragen ingediend in Italië en Duitsland, maar deze waren afgewezen. De rechtbank overweegt dat verweerder op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Italië zich houdt aan internationale verplichtingen. Eiser heeft niet aangetoond dat er sprake is van een risico op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM bij overdracht aan Italië.
De rechtbank concludeert dat de situatie voor homoseksuelen in Italië niet zodanig is dat dit leidt tot ernstige mensenrechtenschendingen. De wens van eiser om in Nederland asiel aan te vragen vanwege zijn seksuele geaardheid is niet voldoende om te concluderen dat de overdracht aan Italië onevenredige hardheid met zich meebrengt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.