ECLI:NL:RBDHA:2018:6149
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2015
In deze zaak heeft eiseres, die in 2015 enkel looninkomsten heeft genoten, beroep ingesteld tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) die door de inspecteur van de Belastingdienst is opgelegd. De aanslag is gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.254, waarover een te betalen bedrag aan IB/PVV van € 296 resteert na aftrek van de door haar werkgever, [Stichting X], ingehouden loonheffing van € 7.324. Eiseres betwist de hoogte van de aanslag en stelt dat de te betalen belasting te hoog is vastgesteld, aangezien zij enkel loon heeft ontvangen waarop loonheffing is ingehouden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslag correct is berekend, rekening houdend met de progressieve belastingtarieven en de heffingskortingen die voor eiseres gelden. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht heeft vastgesteld dat het bedrag aan te betalen IB/PVV € 296 bedraagt. Eiseres heeft geen gronden aangevoerd tegen de in rekening gebrachte belastingrente, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. de Hek op 16 mei 2018, en partijen kunnen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.