ECLI:NL:RBDHA:2018:6118
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan procesbelang in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een vreemdeling. Eiseres, een Russische nationaliteit houdende minderjarige, had een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie verleende haar voorlopig uitstel van vertrek van 4 juli 2017 tot 4 oktober 2017. Eiseres was het niet eens met het besluit van 30 augustus 2017, waarin haar bezwaar tegen het eerder genomen besluit kennelijk ongegrond werd verklaard, en heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 4 mei 2018 zijn zowel eiseres als verweerder niet verschenen. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres in de periode van indiening van haar aanvraag tot aan de beslissing op die aanvraag uitstel van vertrek is verleend. Dit betekent dat zij geen procesbelang heeft bij de beoordeling van het beroep, omdat de uitkomst van de procedure haar niet in een materieel gunstigere positie kan brengen. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na verzending.