ECLI:NL:RBDHA:2018:603

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 791 & 17_1121
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep door gebrek aan procesbevoegdheid van eiseres

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 januari 2018 uitspraak gedaan in twee beroepen die zijn ingesteld door eiseres, in haar hoedanigheid van curator van [persoon]. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres vanaf 22 november 2017 niet langer bevoegd was om [persoon] in rechte te vertegenwoordigen, omdat de goederen van [persoon] onder bewind zijn gesteld. Eiseres procedeert sindsdien op persoonlijke titel, maar is geen rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

De rechtbank heeft de motivering van haar beslissing toegelicht. Eiseres heeft in de zaken geregistreerd onder de zaaknummers SGR 17/791 en SGR 17/1121 beroep ingesteld tegen respectievelijk een e-mailbericht van verweerder en het niet tijdig beslissen op een aanvraag. Tijdens de zitting op 11 januari 2018 is eiseres, noch haar gemachtigde, verschenen, terwijl verweerder zich wel heeft laten vertegenwoordigen. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan en de beroepen niet-ontvankelijk verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is geregistreerd onder ECLI:NL:RBDHA:2018:603. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummers: SGR 17/791 en 17/1121
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de meervoudige kamer van 11 januari 2018 in de zaken tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres
(gemachtigde: mr. M.J.G. Schroeder),
en
Centrum Indicatiestelling Zorg, verweerder
(gemachtigde: mr. L.M.R. Kater).
Procesverloop
Eiseres heeft in de zaak geregistreerd onder zaaknummer SGR 17/791 beroep ingesteld tegen een e-mailbericht van verweerder van 21 december 2016.
Eiseres heeft in de zaak geregistreerd onder zaaknummer SGR 17/1121 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder op een door haar namens [persoon] bij verweerder ingediende aanvraag van 10 november 2016.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaken zijn gevoegd ter zitting behandeld op 11 januari 2018. Eiseres noch haar gemachtigde is daarbij, zoals van tevoren aangekondigd, verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Overwegingen

Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Hammer, voorzitter, en mr. C.J. Waterbolk en mr. F.X. Cozijn, leden, in aanwezigheid van mr. W. Goederee, griffier, op 11 januari 2018.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.