ECLI:NL:RBDHA:2018:5869
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen beëindiging opvangvoorzieningen asielzoeker na beslissing in asielprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 16 mei 2018 uitspraak gedaan in een beroep van een asielzoeker tegen de beëindiging van zijn opvangvoorzieningen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De asielzoeker, die op 23 april 2018 zijn beroep had ingesteld, betoogde dat hij recht had op opvangvoorzieningen op basis van artikel 7.3 van het Vreemdelingenbesluit 2000, omdat hij de uitspraak op zijn verzoek om een voorlopige voorziening in afwachting van de beslissing op zijn asielverzoek in Nederland wilde afwachten. De rechtbank had eerder op dezelfde datum een voorlopige voorziening toegewezen, maar na de uitspraak van de rechtbank op het asielbesluit, waarin het beroep ongegrond werd verklaard, had de asielzoeker geen belang meer bij de beoordeling van zijn beroep tegen de beëindiging van de opvangvoorzieningen. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat een rechtsmiddel open voor hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.