ECLI:NL:RBDHA:2018:582
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens termijnoverschrijding en problemen met postontvangst
Op 22 januari 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetsprocedure van een ambtenaar tegen het bestuur van De Haagse Scholen. De zaak betreft een bezwaar dat niet-ontvankelijk is verklaard vanwege termijnoverschrijding. De opposante, die een dienstverband had voor bepaalde tijd, ontving op 3 juni 2016 een besluit van haar werkgever, maar diende pas op 27 september 2016 een beroepschrift in. Dit beroepschrift werd op 30 december 2016 door de rechtbank doorgezonden als bezwaarschrift. Het bestuur verklaarde het bezwaar op 21 februari 2017 niet-ontvankelijk, wat leidde tot een beroep van de opposante. De rechtbank verklaarde dit beroep op 5 september 2017 kennelijk ongegrond, waarna de opposante verzet aantekende op 12 september 2017.
Tijdens de zitting op 12 december 2017 heeft de rechtbank de argumenten van de opposante gehoord, die stelde dat zij het besluit te laat had ontvangen omdat het niet-aangetekend was verzonden en dat zij op een studentenadres woonde waar post vaak verloren gaat. De rechtbank oordeelde echter dat de ontvangst van de post voor rekening en risico van de opposante komt. De rechtbank concludeerde dat de opposante geen verschoonbare reden had gegeven voor de termijnoverschrijding en dat het bestuur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand bleef. De uitspraak werd gedaan door rechter J.L.E. Bakels, in aanwezigheid van griffier H.G. Egter van Wissekerke, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.