ECLI:NL:RBDHA:2018:5790
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- K.M. Braun
- F.W. Zalm
- Rechtspraak.nl
Wijziging van voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot partneralimentatie en zorgregeling voor minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2018 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure waarin de vrouw verzocht om wijziging van voorlopige voorzieningen die eerder op 15 maart 2018 waren vastgesteld. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. Vijftigschild, verzocht om een wijziging van de partneralimentatie en om een regeling voor de zorg- en opvoedingstaken van hun minderjarige kind. De man, vertegenwoordigd door mr. A.J. van Steensel, voerde verweer tegen de verzoeken van de vrouw. Tijdens de zitting op 2 mei 2018 werd duidelijk dat de vrouw haar verzoek baseerde op gewijzigde omstandigheden, waaronder haar financiële situatie en de start van een eigen onderneming. De rechtbank oordeelde dat de vrouw niet voldoende bewijs had geleverd om haar verzoek tot wijziging van de partneralimentatie te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat het wijzigingsverzoek van de vrouw in feite een verkapt hoger beroep was en wees dit verzoek af. Wat betreft de zorg- en opvoedingstaken, stemde de vrouw in met de door de man voorgestelde regeling, die door de rechtbank werd toegewezen. De rechtbank bepaalde dat de man voorlopig gerechtigd is om de minderjarige bij zich te hebben volgens de afgesproken regeling, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De overige verzoeken werden afgewezen.