ECLI:NL:RBDHA:2018:5684
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Amerikaanse eiseres op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in het beroep van een Amerikaanse eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres, geboren in 1959, heeft op 23 augustus 2017 een asielverzoek ingediend, maar haar aanvraag werd op 5 maart 2018 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank oordeelt dat de eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Verenigde Staten voor haar geen veilig land van herkomst zijn. De rechtbank heeft de relevante elementen van het asielrelaas van eiseres beoordeeld, waaronder haar ervaringen met de Amerikaanse autoriteiten en haar vrees voor vervolging bij terugkeer naar de VS.
De rechtbank overweegt dat de eiseres vreest voor onmenselijke behandeling en een gebrek aan een eerlijk proces in de VS. Echter, de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de VS in het algemeen als veilig land van herkomst kunnen worden beschouwd. De rechtbank wijst erop dat eiseres onvoldoende heeft onderbouwd dat haar specifieke situatie afwijkt van deze algemene conclusie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag, waarbij ook wordt opgemerkt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel beschikbaar voor hoger beroep binnen één week na verzending van de uitspraak.