ECLI:NL:RBDHA:2018:5539
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake vergoedingen voor rechtsbijstand in asielprocedures van twee zussen
Op 8 mei 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de Raad voor Rechtsbijstand Arnhem. De zaak betreft de vergoedingen voor rechtsbijstand in asielprocedures van twee zussen uit Iran, die beiden tot het christendom zijn bekeerd. De Raad voor Rechtsbijstand had de vergoedingen vastgesteld als samenhangende zaken, wat door de eiser werd betwist. Eiser stelde dat de individuele situaties van de zussen onvoldoende waren meegenomen in de besluitvorming en dat er geen sprake was van samenhangende zaken. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de zussen een vergelijkbaar vluchtverhaal hebben, hun bekeringen en de bijbehorende asielaanvragen afzonderlijk beoordeeld moeten worden. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is bepaald dat het betaalde griffierecht aan eiser moet worden vergoed.