Uitspraak
Rechtbank den haag
de Staat der Nederlanden,
1.De procedure
2.De feiten
- in de selectiebeslissing van 28 april 2016, dat is besloten om eiser over te plaatsen in verband met zijn eigen veiligheid binnen de Penitentiaire Inrichting (hierna: PI) te [plaats 1]. Daarbij wordt opgemerkt dat hij hier conform zijn eigen voorkeur wordt geplaatst. In het bijgevoegde risicoprofiel wordt, verkort weergegeven, melding gemaakt van bedreigingen richting eiser door gedetineerden van andere afdelingen, waarbij het personeel signalen heeft dat er uit verschillende gedetineerdengroepen dreiging richting eiser bestaat. Aangezien eiser vanwege liquidatiegevaar als GVM verhoogd is aangemerkt, wordt het risico in de inrichting te groot geacht om hem daar in de gemeenschap te handhaven. Voor de duur van het overplaatsingsverzoek wordt eiser buiten de gemeenschap gehouden;
- in de selectiebeslissing van 8 september 2017, dat de overplaatsing plaatsvindt op verzoek van de directeur van de PI. Achtergrond van het verzoek is de onrust die is ontstaan rond eiser waarbij het gerucht gaat dat medegedetineerden eiser iets aan willen doen vanwege de prijs die er op zijn hoofd zou staan. Vanwege die dreiging is eiser ook afgezonderd op zijn eigen cel. De inrichting stelt geen concrete aanwijzingen te hebben, maar wel onrust te ervaren rond eiser en de cel waar hij verblijft. Er loopt nog een onderzoek naar uitspraken die hij zelf heeft gedaan. De directeur geeft aan dat de veiligheid van eiser niet gegarandeerd kan worden;
- in de selectiebeslissing van 18 januari 2018, dat het onrustig is rond de persoon van eiser en dat medegedetineerden dreigen hem iets aan te gaan doen of last ervaren van eiser. Eiser wordt gezien als een “snitch” op de unit. Eiser klaagt bijna dagelijks over zaken en er zijn voelbaar spanningen op de afdeling.
- 14 januari 2015: geconcludeerd wordt dat het aannemelijk is dat er sprake is van liquidatiedreiging, niet concreet. Eiser wordt geplaatst op de lijst.
- 8 juli 2015: sprake is van serieuze liquidatiedreiging, hetgeen eiser ook zelf aangeeft. Dreiging is er zowel in de Antillen als in Nederland. Handhaven van de status verhoogd.
- 13 juli 2016: op basis van gebrek aan concrete informatie wordt de status afgeschaald naar normaal.
- 14 september 2016: er zijn meldingen ingekomen dat eiser met de dood zou zijn bedreigd door een medegedetineerde. Daarna wordt in de PI een steekwapen aangetroffen dat volgens het hoofd Veiligheid vermoedelijk bestemd was om eiser iets mee aan te doen. Verder heeft er [datum] een interview met eiser in de Volkskrant gestaan waarin eiser aangeeft dat er liquidatiegevaar voor hem dreigt, zodat er ook sprake is van mediagevoeligheid. Het risicoprofiel wordt verhoogd.
- 13 september 2017: er is sprake geweest van een overplaatsing op verzoek van de directeur van de PI in het kader van de orde en veiligheid, nu het gerucht ging dat er een prijs op zijn hoofd was gezet. De dreiging tegen eiser is dus nog actueel en het risicoprofiel blijft verhoogd.
- 11 april 2018: de status verhoogd blijft gehandhaafd, gelet op de rode draad van concrete voortdurende dreiging zowel in als buiten detentie als gevolg waarvan eiser herhaalde malen in detentie is overgeplaatst en zijn gedragingen, zoals bijvoorbeeld het interview met de Volkskrant, en zijn uitlatingen in detentie aan medegedetineerden. Daarbij weegt het zwaar dat het hier gaat om een crimineel netwerk waaruit de dreiging richting eiser voortkomt. Deze dreigingen staan in relatie tot de verklaringen van eiser met betrekking tot een politieke moord op Curaçao die tot veel ophef en maatschappelijke onrust heeft geleid.
“(…) het Openbaar Ministerie heeft zijn naam in een eerdere zitting als getuige genoemd, laatst dook zijn naam in die context op in de lokale krant Amigoe. ‘Dat voelt als mijn doodvonnis’, zegt [eiser]. ‘Nu het niet meer uitmaakt, wil ik vertellen wat ik weet en hoe ik dat te weten ben gekomen.’ Tot in de gevangenis in Nederland wordt [eiser] bedreigd met de dood. ‘[…], ik weet dat er een prijs op je hoofd staat, liet een medegevangene van Curaçaose afkomst hem al fijntjes weten in het voorbijgaan. ‘Die wil ik eigenlijk wel cashen’. (…)”