ECLI:NL:RBDHA:2018:5325
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake invordering van verbeurde dwangsommen en de rechtsgeldigheid van opgelegde last onder dwangsom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de invordering van verbeurde dwangsommen door het college van burgemeester en wethouders van Delft. Eiseres, Stichting X, had een last onder dwangsom opgelegd gekregen vanwege strijdigheden met het Bouwbesluit 2012 inzake brandveiligheid. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde last onvoldoende duidelijk was en dat de constateringsrapporten die door de inspecteur waren opgesteld, niet voldeden aan de eisen van zorgvuldigheid en motivering. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit, waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard, niet zorgvuldig was voorbereid en ontbrak aan een deugdelijke motivering. Hierdoor werd het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en moest het betaalde griffierecht worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en controleerbare vaststellingen bij het opleggen van lasten onder dwangsom en de invordering daarvan.