ECLI:NL:RBDHA:2018:5307
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen overdrachtsbesluit op grond van de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 april 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen een overdrachtsbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, genomen op 6 april 2018 op basis van artikel 26, eerste lid, van de Dublinverordening. Eiser, die niet verschenen was op de zitting, had beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om overdracht aan Duitsland te voorkomen. Tijdens de zitting werd bevestigd dat eiser met onbekende bestemming was vertrokken en dat hij geen procesbelang meer had bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak werd digitaal ondertekend en bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.