ECLI:NL:RBDHA:2018:5291

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2018
Publicatiedatum
3 mei 2018
Zaaknummer
NL18.6066
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot Dublin-overdracht

In deze zaak heeft verzoeker, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 26 maart 2018. Verzoeker heeft tevens gevraagd om het treffen van een voorlopige voorziening om te voorkomen dat overdracht plaatsvindt voordat er op het beroep is beslist. De behandeling van het beroep en het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 april 2018 in Middelburg, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Na sluiting van het onderzoek ter zitting, heeft de voorzieningenrechter de zaak in overweging genomen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit besluit is genomen omdat op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (met nummer NL18.6065) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning, in aanwezigheid van griffier mr. J. Loonstra, en is openbaar uitgesproken op 19 april 2018. Afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL18.6066
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken van 19 april 2018 in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

gemachtigde: mr. A.W.J. Van der Meer,
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

gemachtigde: mr. P.M.W. Jans.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 26 maart 2018 (bestreden besluit) en gevraagd om het treffen van een voorlopige voorziening teneinde overdracht te voorkomen alvorens op het beroep is beslist.
De behandeling van het beroep en verzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 april 2018. Partijen zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat heden (bij uitspraak met nummer NL18.6065) op het beroep is beslist. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Loonstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 april 2018.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.