ECLI:NL:RBDHA:2018:5222
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het bestuursrecht inzake Dublin-overdracht naar Italië
In de zaak met zaaknummer NL18.5985 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 23 maart 2018. Verzoeker heeft verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij wordt overgedragen aan Italië voordat er op het beroep is beslist. De zitting vond plaats op 6 april 2018 in Middelburg, waar partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden, en waar ook een tolk, S.W. Mabhi, aanwezig was. Tijdens de zitting is het onderzoek gesloten.
De voorzieningenrechter heeft op 17 april 2018 uitspraak gedaan. In de uitspraak is overwogen dat er inmiddels op het beroep is beslist in een andere procedure (met nummer NL18.5984), en dat er geen aanleiding is om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning, in tegenwoordigheid van griffier mr. M.I.P. Buteijn, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is. De uitspraak is op 17 april 2018 gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.