ECLI:NL:RBDHA:2018:52
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nepalese eiser wegens ongeloofwaardige verklaringen over gedwongen rekrutering
Op 4 januari 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Nepalese eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de verklaringen van de eiser over gedwongen rekrutering door de beweging Madhesi Morcha als ongeloofwaardig werden beschouwd. Eiser had verklaard dat hij door deze beweging was gedwongen deel te nemen aan activiteiten en dat hij was ontvoerd. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiser inconsistent en niet geloofwaardig waren, en dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij in aanmerking kwam voor bescherming op grond van de Vreemdelingenwet 2000.
De rechtbank overwoog dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig waren, maar dat de verklaringen over de gedwongen rekrutering niet overeenkwamen met informatie uit openbare bronnen over de situatie in Nepal. Eiser had niet overtuigend kunnen uitleggen wat de Madhesi Morcha precies was, wie de leden waren en wat hun doelen waren. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had geoordeeld dat eiser niet in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers, in aanwezigheid van griffier mr. M.D. Gunster.