ECLI:NL:RBDHA:2018:5151
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring asielverzoek en overdracht naar Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 april 2018 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van haar aanvraag. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij zij werd bijgestaan door haar gemachtigde. Tijdens de zitting, die samen met een andere zaak plaatsvond, is eiseres verschenen en heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan na de behandeling.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten om eiseres over te dragen aan Italië, waar zij eerder asiel had aangevraagd. Eiseres had aangevoerd dat de opvang in Italië slecht was en dat de procedure niet goed verliep, maar de rechtbank oordeelde dat de situatie in Italië niet zo ernstig was dat Nederland de aanvraag van eiseres moest behandelen. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigde dat de situatie in Italië niet zo slecht was dat vreemdelingen daar niet teruggestuurd konden worden.
Eiseres kreeg de mogelijkheid om binnen een week in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers, rechter, in aanwezigheid van mr. J.C. de Grauw, griffier, en is digitaal ondertekend en bekendgemaakt op dezelfde dag.