Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 april 2018 in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 30 januari 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Verweerder heeft daarbij op goede gronden geconcludeerd dat eiseres geen persoonlijke geringe indicaties aannemelijk heeft gemaakt. Eiseres heeft immers zelf verklaard dat er naast pesterijen geen andere problemen zijn geweest als christen. Eiseres heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat er sprake was van mensenrechtenschendingen in haar naaste omgeving.