ECLI:NL:RBDHA:2018:4862

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2018
Publicatiedatum
24 april 2018
Zaaknummer
NL18.6229
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot Dublin-overdracht

In deze zaak heeft de verzoeker, een vreemdeling, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 27 maart 2018 is genomen. De verzoeker heeft verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij zou worden overgedragen aan Duitsland in het kader van de Dublin-regeling, voordat er op zijn beroep was beslist. De zitting vond plaats op 12 april 2018, maar de verzoeker is niet verschenen, ondanks dat hij zich had afgemeld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft op 19 april 2018 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. Dit was het gevolg van een eerdere uitspraak met nummer NL18.6228, waarin op het beroep van de verzoeker was beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is. De zaak betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en is behandeld door de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL18.6229
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken van 19 april 2018 in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

gemachtigde: mr. S. Igdeli,
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

gemachtigde: mr. P.M.W. Jans.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 27 maart 2018 (bestreden besluit) en gevraagd om het treffen van een voorlopige voorziening teneinde overdracht te voorkomen alvorens op het beroep is beslist.
De behandeling van het beroep ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 april 2018. Verzoeker is, met voorafgaande afmelding, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat heden (bij uitspraak met nummer NL18.6228) op het beroep is beslist. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Loonstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 april 2018.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.