ECLI:NL:RBDHA:2018:4857
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië en individuele omstandigheden
In deze zaak heeft eiser, een Libische nationaliteit houder, beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling is genomen. Dit besluit is genomen op basis van de Dublinverordening, waarbij Italië als verantwoordelijk land is aangewezen voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft op 4 januari 2018 asiel aangevraagd in Nederland, maar Italië heeft op 30 januari 2018 ingestemd met het verzoek om eiser terug te nemen. Eiser stelt dat hij in Italië onder zeer slechte omstandigheden is behandeld en dat hij niet kan worden verwacht om zich tot de Italiaanse autoriteiten te wenden voor hulp. Hij voert aan dat zijn traumatische ervaringen en de omstandigheden in Italië maken dat overdracht aan Italië onevenredig hard zou zijn.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de asielaanvraag niet aan hem had moeten worden getrokken. De rechtbank oordeelt dat de gestelde omstandigheden in Italië, hoewel ernstig, niet voldoende zijn om af te wijken van de Dublinverordening. Eiser moet zich wenden tot de Italiaanse autoriteiten en eventueel het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als hij van mening is dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.