ECLI:NL:RBDHA:2018:4855
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot overdracht naar Italië
In de zaak met zaaknummer NL18.5857 heeft de verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. K. Logtenberg, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 21 maart 2018 is genomen. De verzoeker heeft verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij wordt overgedragen aan Italië voordat er op zijn beroep is beslist. De zitting vond plaats op 6 april 2018 in Middelburg, waar de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd was door mr. J. Raaijmakers. Tijdens de zitting was ook A. Nuland aanwezig als tolk. Na het sluiten van het onderzoek heeft de voorzieningenrechter op 20 april 2018 uitspraak gedaan. In deze uitspraak is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels op het beroep is beslist in een andere uitspraak met nummer NL18.5856. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.