Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 april 2018 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres
Octrooicentrum Nederland, verweerder
Procesverloop
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, en het Octrooicentrum Nederland, de verweerder in deze procedure. Eiseres had een verzoek ingediend om herstel van haar Europees (NL) octrooi, dat eerder was afgewezen. De rechtbank behandelt de afwijzing van het verzoek om herstel, dat was gebaseerd op de stelling dat eiseres de termijn voor het indienen van de vertaling van de na oppositie gewijzigde conclusies niet had gehaald. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het verzoek om herstel terecht was, omdat eiseres niet binnen de vereiste termijn van twee maanden na het bekend worden van het niet in acht nemen van de termijn een verzoek om herstel had ingediend. De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van het herstelverzoek begint te lopen vanaf het moment dat de aanvrager of houder van het octrooi zich bewust is van het niet in acht nemen van de termijn. Eiseres had op 27 juli 2016 moeten weten dat de termijn niet was gehaald, waardoor de termijn voor het indienen van het herstelverzoek op 28 september 2016 was verstreken. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.