ECLI:NL:RBDHA:2018:4808
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvraag op basis van medisch advies en toegankelijkheid van zorg in Armenië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 april 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Armeense vrouw, had een aanvraag ingediend op 12 juli 2017, die op 20 juli 2017 door verweerder werd afgewezen. Het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 21 augustus 2017 kennelijk ongegrond verklaard. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft op 9 april 2018 de zitting gehouden, waarbij eiseres aanwezig was, maar verweerder niet. De rechtbank heeft overwogen dat het Bureau Medische Advisering (BMA) in zijn advies concludeerde dat eiseres in staat was om te reizen en dat er bij terugkeer naar Armenië geen medische noodsituatie op korte termijn te verwachten was. Eiseres betwistte dit en voerde aan dat haar aanvraag onterecht als incompleet was beoordeeld en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar medische situatie en de toegankelijkheid van zorg in Armenië. De rechtbank oordeelde dat het BMA-advies zorgvuldig was en dat verweerder dit advies terecht aan zijn besluitvorming ten grondslag had gelegd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij oordeelde dat er geen schending was van de hoorplicht en dat de afwijzing van de aanvraag niet getuigde van willekeur. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.