ECLI:NL:RBDHA:2018:4664
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang in vreemdelingenopvang en griffierecht
Op 20 februari 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een man, eiser, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, waarin hem een indicatie voor 24-uursopvang voor drie maanden was verleend. Dit besluit was ongegrond verklaard, waarna eiser beroep aantekende. Tijdens de zitting op 8 februari 2018 was eiser niet aanwezig, maar verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
Eiser voerde aan dat hij betalingsonmacht had met betrekking tot het griffierecht, wat door de rechtbank werd gehonoreerd. Verweerder had op 6 februari 2018 echter meegedeeld dat eiser nu recht had op opvang voor een maximale termijn van twaalf maanden, tot 16 mei 2018. De rechtbank moest beoordelen of eiser nog procesbelang had bij de inhoudelijke behandeling van zijn beroep, nu hij al de maximale opvang had gekregen.
De rechtbank concludeerde dat eiser geen procesbelang had, omdat hij door de uitspraak niet in een gunstigere positie kon geraken. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 20 februari 2018, door rechter A.K. Mireku in aanwezigheid van griffier M. Belhaj.