ECLI:NL:RBDHA:2018:4573
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overeenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, die niet is verschenen, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als argument dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublin-overeenkomst. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 28 maart 2018, waarbij de voorzieningenrechter direct na de behandeling uitspraak deed. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak het beroep in de bodemzaak (zaaknummer NL18.4674) ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.