ECLI:NL:RBDHA:2018:4569

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 maart 2018
Publicatiedatum
18 april 2018
Zaaknummer
NL18.4175
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Zwitserland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, een Eritrese minderjarige, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Het bestreden besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 28 februari 2018, weigerde deze aanvraag op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk was voor de behandeling ervan. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 21 maart 2018 in Breda, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de rechtbank in een eerdere uitspraak het beroep in de bodemzaak, met zaaknummer NL18.4174, ongegrond heeft verklaard. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en werd het verzoek afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. M.I.P. Buteijn.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.4175
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 maart 2018 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A.P.M. van der Zanden).

Procesverloop

Bij besluit van 28 februari 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoekers aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling ervan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting in deze zaak heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL18.4174, plaatsgevonden in Breda op 21 maart 2018. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Tevens is verschenen T. Ezega, tolk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak, zaaknummer NL18.4174, waarover dit verzoek om voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard. Reeds om deze reden is een voorlopige voorziening niet (meer) nodig. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.I.P. Buteijn, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2018.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.