ECLI:NL:RBDHA:2018:4450
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweigerde verblijfsvergunning asiel op basis van Dublinverordening en meerderjarigheid van eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser, geboren in 2000 en van Gambiaanse nationaliteit, had op 12 november 2017 een aanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 15 maart 2018 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij betoogde dat hij ten onrechte als meerderjarig was aangemerkt op basis van geregistreerde gegevens in Italië en Duitsland. Eiser stelde dat hij geen authentieke identificerende documenten kon overleggen om zijn geboortedatum te bewijzen en dat er sprake was van 'cherry picking' door verweerder. De rechtbank heeft overwogen dat de registratie in Duitsland voldoende was om eiser als meerderjarig aan te merken, ondanks zijn verklaring dat hij een andere geboortedatum had opgegeven in Nederland.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op illegale wijze via Italië het EU-gebied is binnengekomen en dat hij in Duitsland geregistreerd staat met een andere geboortedatum. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat zijn geboortedatum onjuist was en de rechtbank zag geen reden om hem in de gelegenheid te stellen om aanvullende documenten over te leggen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.