ECLI:NL:RBDHA:2018:4234
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielprocedure met betrekking tot opvang COA
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een asielzoeker, had tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de opvang door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) op 22 januari 2018 zou eindigen. De voorzieningenrechter overwoog dat, gelet op de betrokken belangen, het belang van verzoeker om de uitspraak op zijn beroep in Nederland af te wachten met behoud van opvang zwaarder weegt dan het belang van verweerder bij handhaving van het bestreden besluit. Daarom werd besloten om een ordemaatregel te treffen die de uitzetting van verzoeker verbiedt totdat op het beroep is beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat het recht op verstrekkingen, waaronder opvang, blijft bestaan op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.