ECLI:NL:RBDHA:2018:4223
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met argumenten over sociale netwerken en artikel 8 EVRM
Op 20 maart 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Nigeriaanse eiser die een asielaanvraag had ingediend. De eiser, geboren in Italië en met de Nigeriaanse nationaliteit, had op 11 januari 2018 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De eiser stelde dat hij niet terug kon naar Nigeria, omdat hij daar nog nooit geweest was en de taal niet sprak. Hij had in Nederland een leven opgebouwd en wilde daar blijven.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de verklaringen van de eiser niet voldoende waren om een asielvergunning te verlenen. De rechtbank wees erop dat de eiser niet had aangetoond dat hij geen sociaal netwerk in Nigeria had, aangezien hij contact had met zijn vader en halfzus die daar woonden. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet verplicht was om te toetsen aan artikel 8 van het EVRM, omdat de eiser pas asiel had aangevraagd op het moment dat hij zou worden uitgezet. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees het verzoek om proceskostenveroordeling af.