ECLI:NL:RBDHA:2018:3977
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de asielaanvraag van een minderjarige vreemdeling uit Senegal en de status van Senegal als veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 maart 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een minderjarige vreemdeling uit Senegal, geboren in 2002. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Senegal terecht als veilig land van herkomst heeft aangemerkt. De eiser, een 15-jarige jongen, had zijn asielaanvraag onderbouwd met claims van mishandeling door familieleden en de doodsbedreigingen die hij had ervaren. De rechtbank concludeerde echter dat de staatssecretaris niet verplicht was om een geografische uitzondering te maken voor de Casamance regio, waar de eiser vandaan komt, omdat er geen overtuigende informatie was die aantoont dat dit gebied niet onder effectieve controle van de autoriteiten staat.
De rechtbank oordeelde verder dat de staatssecretaris op goede gronden had vastgesteld dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij in Senegal niet de bescherming van de autoriteiten zou kunnen inroepen. De rechtbank verwierp ook het argument van de eiser dat het beleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen onredelijk was, omdat het enkel voor minderjarigen tot 15 jaar geldt. De rechtbank benadrukte dat de belangen van het kind in de besluitvorming voldoende waren meegewogen en dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt stelde dat de eiser niet in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard.