Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 april 2018 in de zaak tussen
[eiser], te [plaats], eiser
het bestuur van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
ernstigefysieke schade toe te brengen, wordt een ROV 6-maatregel opgelegd. Verweerder heeft in het besluit niet gemotiveerd waarom in het geval van eiser van het uitgangspunt is afgewezen en een maatregel van ROV 6 is opgelegd. Zonder motivering valt niet in te zien dat in het geval van eiser sprake is van agressie en geweld met een zeer grote impact zoals gedrag met als doel
ernstigefysieke schade toe te brengen. Daarbij acht de rechtbank van belang dat uit het bestreden besluit, noch uit de onderliggende rapportages volgt op welke wijze rekening is gehouden met de omstandigheden waaronder de gedraging van eiser plaatsvond. Hierbij is van belang dat eiser heeft aangevoerd dat sprake is van uitlokking en er eerder een incident had plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en ondeugdelijk is gemotiveerd door deze aspecten niet bij de beoordeling te betrekken. Het besluit is daarmee genomen in strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De beroepsgrond slaagt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 501,-.