ECLI:NL:RBDHA:2018:3874
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. Kleijn
- G. van Zeben-de Vries
- A.G.J. van Ouwerkerk
- Rechtspraak.nl
Besluit tot intrekking machtiging archiefbescheiden Sociale Verzekeringsbank
Op 5 april 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de Archiefwet 1995. Eiser, een particulier, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarin deze weigerde de machtiging tot opschorting van de overbrenging van archiefbescheiden naar het Nationale Archief in te trekken. Deze machtiging was eerder verleend aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) op 22 december 2011. Eiser stelde dat de machtiging nietig was en dat hij als belanghebbende moest worden aangemerkt bij de intrekking van deze machtiging.
De rechtbank oordeelde dat de reactie van de minister op het verzoek van eiser geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat eiser niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat zijn belang niet voldoende onderscheidend was van dat van andere gebruikers van de archieven. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiser dat zijn recht op informatie en effectieve rechtsbescherming volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) was geschonden. De rechtbank stelde vast dat eiser de mogelijkheid had om een verzoek om openbaarmaking van de archiefbescheiden in te dienen op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. G.P. Kleijn, en is openbaar uitgesproken op 5 april 2018. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.