ECLI:NL:RBDHA:2018:3750
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard; Zuid-Afrika als veilig derde land
Op 3 april 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Congolese eiser die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. De aanvraag werd niet-ontvankelijk verklaard door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat Zuid-Afrika als veilig derde land werd beschouwd. Eiser, die in 2001 als vluchteling in Zuid-Afrika was erkend, had zijn verblijfsdocument in 2016 laten verlopen en sindsdien illegaal in Zuid-Afrika verbleven. Hij voerde aan dat hij bedreigd werd door zijn collega's en dat hij een vals Zuid-Afrikaans paspoort had aangeschaft om veilig te kunnen leven.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat Zuid-Afrika een veilig derde land was. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd dat hij niet zou worden toegelaten tot Zuid-Afrika. De rechtbank benadrukte dat het aan de staatssecretaris was om aan te tonen dat Zuid-Afrika veilig was, en dat eiser niet had aangetoond dat de mogelijkheden voor toegang tot Zuid-Afrika in zijn geval niet aanwezig waren. De rechtbank verwierp ook eisers argumenten over de risico's die hij zou lopen in Zuid-Afrika, en concludeerde dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk was verklaard.
De uitspraak werd gedaan door mr. E.S.G. Jongeneel, en het beroep van eiser werd ongegrond verklaard. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.