Procedure
Bij beschikking van 26 juni 2017 heeft de rechtbank Rotterdam zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het verzoek en heeft zij de zaak in de stand waarin deze zich bevond verwezen naar de rechtbank Den Haag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens verzoekschrift;
- het verweer tegen het zelfstandig verzoek;
- het F9-formulier van 28 januari 2017, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- de brief van 6 februari 2017 van de zijde van de vrouw;
- het formulier verdelen en/of verrekenen van de zijde van de man;
- het formulier verdelen en/of verrekenen van de zijde van de vrouw;
- het F9-formulier van 11 juli 2017 van de zijde van de vrouw;
- het F9-formulier van 2 augustus 2017 van de zijde van de vrouw;
- de brief van 9 februari 2018, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- de brief van 9 februari 2018, met bijlagen, van de zijde van de man;
- de brief van 12 februari 2018, met bijlagen, van de zijde van de man;
- de brief van 19 februari 2018, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
Op 22 februari 2018 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: partijen, bijgestaan door hun advocaten.
Op 26 februari 2018 heeft de man (in persoon) een brief gezonden aan de rechtbank met afschrift aan de wederpartij. Nu de rechtbank de man niet in de gelegenheid heeft gesteld om stukken na te sturen, heeft zij geen acht kunnen slaan op de inhoud van deze brief.
Feiten
- Partijen zijn gehuwd op [datum] te [huwelijksplaats] , Hongarije.
- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
- [1. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
- [2. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- De man en de vrouw hebben de Nederlandse nationaliteit.
- Partijen zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, kort gezegd inhoudende:
- een rechtskeuze voor Nederlands recht;
- een uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen, zonder periodiek of finaal
verrekenbeding bij ontbinding van het huwelijk anders dan door overlijden;
- de afspraak dat bij het einde van het huwelijk door echtscheiding de man een bedrag
van € 25.000,- aan de vrouw zal uitkeren;
- een finaal verrekenbeding bij ontbinding van het huwelijk door overlijden.
- De rechtbank [plaatsnaam] heeft op 16 december 2016 voorlopige voorzieningen getroffen, inhoudende:
- dat de vrouw met ingang van 29 december 2016 bij uitsluiting gerechtigd
is tot het gebruik van de woning aan [adres] [huwelijksplaats] ;
- dat de man met ingang van 29 december 2016 de echtelijke woning dient te verlaten
en dat het hem is verboden deze verder te betreden;
- dat de kinderen aan de vrouw worden toevertrouwd, waarbij de vrouw van
rechtswege het recht heeft tot het aan haar doen afgeven van de kinderen, zo nodig met behulp van de sterke arm;
- dat een zorgregeling zal gelden waarbij de man de kinderen bij zich heeft:
- eenmaal per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondag 19.00 uur;
- iedere week van donderdag uit school tot vrijdag 19.00 uur;
- dat de man met ingang van 21 oktober 2016 een kinderalimentatie van € 474,- per maand per kind zal betalen aan de vrouw;
- dat de man met ingang van 21 oktober 2016 een partneralimentatie van € 286,- per maand zal betalen aan de vrouw.