Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 december 2016 met producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 12 april 2017 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van de op 3 november 2017, ten overstaan van de meervoudige kamer gehouden comparitie van partijen;
- de akte houdende wijziging van eis van de zijde van de Kerkgemeenschap;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
waarbij er aanleiding is te denken dat deze [ongewenst zwangerschappen] voortkomen uit gebeurtenissen in of rondom de bovengenoemde kerk”is bovendien voldoende zorgvuldig. Met het COA is de rechtbank van oordeel dat in de formulering namelijk geen direct aan (het bestuur van) de Kerkgemeenschap verbonden personen worden beschuldigd, terwijl de formulering voldoende ruimte laat voor de mogelijkheid dat personen die niet (direct) aan de Kerkgemeenschap verbonden zijn verantwoordelijk zijn voor de ongewenste zwangerschappen. In de e-mail wordt bovendien benadrukt dat nader onderzoek nog plaats zal vinden. Het betoog dat het COA in dit verband een zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden gaat dan ook niet op.