Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2018 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder
[stichting X], belanghebbende.
Rechtbank Den Haag
Op 19 maart 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een handhavingsverzoek van eiseres tegen het college van burgemeester en wethouders van Leiden. Eiseres had verzocht om handhavend op te treden tegen een woonzorgcentrum vanwege geluidoverlast van de koelinstallatie. Het primaire besluit van 22 december 2016, waarin het verzoek werd afgewezen, werd door verweerder gehandhaafd in het bestreden besluit van 3 juli 2017. Eiseres stelde beroep in tegen dit besluit, waarbij zij aanvoerde dat de geluidmetingen niet correct waren uitgevoerd en dat er sprake was van overschrijding van de geldnormen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de geluidmetingen zijn uitgevoerd door de Omgevingsdienst West-Holland en dat deze voldeden aan de geldende normen. De rechtbank concludeerde dat het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de gevel van de woning van eiseres voldeed aan de normen van het Activiteitenbesluit. Eiseres' argumenten over de correctheid van de metingen en de toepassing van correctiefactoren werden door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht het handhavingsverzoek van eiseres heeft afgewezen, omdat er geen overtredingen van de geluidnormen waren geconstateerd.
De uitspraak van de rechtbank werd openbaar uitgesproken op 19 maart 2018, en het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.