Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
5 [gedaagde sub 5] ,
[gedaagde sub 15] ,
[gedaagde sub 16] ,
1.De procedure
- het vonnis in (het bevoegdheids)incident van 6 december 2017 (hierna: het tussenvonnis);
- de incidentele conclusie tot vrijwaring van [gedaagde sub 15] en [gedaagde sub 16] van 27 december 2017;
- de incidentele conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident van Hennessy c.s. van 10 januari 2018.
- een verklaring voor recht dat [gedaagde sub 15] en [gedaagde sub 16] onrechtmatig jegens Hennessy c.s. hebben gehandeld vanwege het onbehoorlijk besturen van de rechtspersonen waaraan zij feitelijk leiding geven en/of (indirect) bestuurder zijn,
- een gebod aan [gedaagde sub 15] en [gedaagde sub 16] om deze rechtspersonen de inbreuken op de Hennessy-Merken te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden (tevens bij wijze van provisionele voorziening voor de duur van de procedure);
- hoofdelijke veroordeling van gedaagden sub 7 tot en met 16 (waaronder [gedaagde sub 15] en [gedaagde sub 16] ) tot afdracht van nettowinst en
- een verklaring voor recht dat gedaagden 7 t/m 16 hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die Hennessy c.s. hebben geleden ten gevolge van hun inbreukmakend c.q. onrechtmatig handelen;
3.Het geschil in het vrijwaringsincident
4.De beoordeling in het incident
een verdeling wordt gemaakt van de proceskosten van Hennessy over de verschillende (groepen van) gedaagden’. Lezing van het petitum in samenhang met de dagvaarding, waarin met betrekking tot gedaagden 1 t/m 6 is gesteld noch gebleken dat [gedaagde sub 15] en [gedaagde sub 16] daarvan bestuurder of feitelijk beleidsbepaler zijn, brengt mee dat het petitum op dit punt aldus moet worden begrepen dat steeds bedoeld is om hoofdelijke aansprakelijkheid voor de proceskosten per groep van gedaagden te vorderen, dat wil zeggen binnen concern-verband. Dit volgt met name uit de toelichting onder het kopje ‘Bestuurdersaansprakelijkheid’ op pagina’s 78-80 van de dagvaarding. Daar (i.h.b. in randnummer 8.68) wordt expliciet onderscheiden bestuurdersaansprakelijkheid van gedaagde 5 voor de vennootschappen van het Loendersloot-concern (gedaagden 1 t./m 4) enerzijds en aansprakelijkheid van [gedaagde sub 15] en [gedaagde sub 16] voor vennootschappen behorende tot het Van Caem-concern (gedaagden 7 t/m 14) anderzijds. In 8.71 wordt vervolgens geconcludeerd dat de feitelijke beleidsbepalers/ indirecte bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het vergoeden van schade en het afdragen van nettowinst ‘
van hun respectieve[lijke] concern’. Bij de aansprakelijkheid voor de juridische kosten wordt in diezelfde paragraaf vermeld ‘
naar rato verdeeld over de concerns.’ Een en ander brengt mee dat de vorderingen aldus moeten worden begrepen dat alleen hoofdelijkheid ‘binnen concern-verband’ wordt gevorderd, dat wil zeggen enerzijds van voor partijen die onderdeel uitmaken van het Loendersloot-concern, anderzijds voor partijen die onderdeel uitmaken van het Van Caem-concern. Gedaagde 6 valt hier geheel buiten. De gevorderde hoofdelijke veroordeling in de proceskosten kan dan ook niet tot verhaal van [gedaagde sub 15] en/of [gedaagde sub 16] , die tot het Van Caem-concern gerekend worden, op (één van) de gedaagden 1 t/m 6 leiden.
voor ieder van de gedaagden afzonderlijk een dwangsom wordt verbonden”. De rechtbank leest hier – mede gelet op de tekst van de dagvaarding – geen mogelijke (mede)aansprakelijkheid van [gedaagde sub 15] en/of [gedaagde sub 16] voor dwangsommen van gedaagden 1 t/m 6 in, zodat ook hieruit geen regresrecht van hen op die gedaagden kan voortvloeien.
Ten aanzien van gedaagden sub 7 tot en met 16’. Voor zover onder die kop wordt verwezen naar gedaagden ziet dat derhalve niet op gedaagden 1 t/m 6. Dit brengt meer dat ook hieruit geen regresvordering van [gedaagde sub 15] en/of [gedaagde sub 16] op die gedaagden kan ontstaan, zodat geen grondslag bestaat om hen in vrijwaring op te roepen.
5.In de hoofdzaak
6.De beslissing
woensdag 11 april 2018;
woensdag 11 april 2018;
woensdag 11 april 2018;
25 april 2018voor conclusie van antwoord;