Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluiten van 10 januari 2018 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is aan eisers een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
Overwegingen
Daarna hebben eisers op 15 december 2011 een aanvraag ingediend om toepassing van artikel 64 Vw. Bij besluiten van 7 maart 2012 zijn deze aanvragen afgewezen. Het hiertegen ingestelde beroep is bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 11 april 2014 ongegrond verklaard. Deze uitspraak is in hoger beroep bevestigd bij uitspraak van de Afdeling van 3 juli 2014.
Eisers hebben op 1 november 2013 opnieuw een aanvraag ingediend om toepassing van artikel 64 Vw. Bij besluit van 6 november 2013 is aan eiser met ingang van 9 oktober 2013 uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 Vw voor de duur van zijn opname in de gesloten afdeling van de Reinier van Arkel Groep te Vught. Na beëindiging van genoemde opname hebben eisers op 3 december 2013 nogmaals een aanvraag ingediend om toepassing van artikel 64 Vw. Bij besluiten van 9 mei 2014 zijn de aanvragen van eisers afgewezen. Het hiertegen ingestelde beroep is bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 22 juli 2015, gegrond verklaard. Deze uitspraak is bij uitspraak van de Afdeling van 15 februari 2016 vernietigd en het onderliggende beroep is ongegrond verklaard.
Op 16 februari 2015 hebben eisers een aanvraag ingediend om verlening van een verblijfsvergunning op grond van de Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen. Bij besluit van 25 juni 2015 is deze aanvraag afgewezen. Het hiertegen ingestelde beroep is bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg, van 27 juli 2016, ongegrond verklaard. Hiertegen hebben eisers hoger beroep ingesteld.
Gelet op het bepaalde in artikel 3.6a Vb, wordt niet ambtshalve beoordeeld of eiser in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier indien sprake is van een tweede of volgende asielaanvraag, tenzij de vorige asielaanvraag is afgewezen op grond van artikel 30 Vw en deze afwijzingsgrond niet langer van toepassing is. Daarvan is in casu geen sprake. Evenmin wordt bij een tweede of opvolgende aanvraag beoordeeld of eiser in aanmerking komt voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw.
Voor zover eiser in aanmerking wenst te komen voor een reguliere verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 Vw of voor uitstel van vertrek, dient hij een daartoe strekkende aanvraag in te dienen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;