Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde sub 1] ,
2. [gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 september 2017 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde stukken;
- de brief van 29 januari 2018 van de zijde van de gemeente, met producties 14 t/m 28;
- de pleitaantekeningen van de zijde van de gemeente;
- de pleitaantekeningen van de zijde van [gedaagde sub 1 c.s.]
2.De beoordeling in de hoofdzaak
Gelet op het bovenstaande zijn Wij van oordeel dat verzoeker ten opzichte van reclamanten voldoende, doch vruchteloos gebleken pogingen heeft ondernomen om tot een minnelijke oplossing te komen[…]”. De rechtbank ziet geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. De gemeente heeft met deskundigenrapporten onderbouwde biedingen gedaan, voor de ter onteigening aangewezen perceelsgedeelten als ook voor verwerving van het geheel, waarmee zij naar het oordeel van de rechtbank blijk heeft gegeven van serieuze pogingen om tot minnelijke overeenstemming te komen. Dat partijen het over de hoogte van de schadeloosstelling niet eens konden worden, doet daar niet aan af. De rechtbank volgt [gedaagde sub 1 c.s.] dan ook niet in de stelling dat er in dat opzicht sprake was van een gedwongen keus. Gezien de lange voorgeschiedenis van de onderhandelingen, het verloop van de verdere onderhandelingen na het KB en de grote verschillen tussen vraag en aanbod is de rechtbank van oordeel dat de gemeente heeft voldaan aan de vereisten die worden gesteld aan de onderhandelingen zoals bedoeld in artikel 17 Ow.
3.De beslissing
- een gedeelte groot 01.64.70 van het perceel kadastraal bekend gemeente Pijnacker-Nootdorp, sectie B, nummer 2633, in totaal groot 02.99.43 ha (grondplannummer 11)
- het perceel kadastraal bekend gemeente Pijnacker-Nootdorp, sectie B, nummer 2373, in totaal groot 00.10.55 hectare (grondplannummer 13);