Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 augustus 2016 met producties;
- de incidentele conclusie, tevens conclusie van antwoord in conventie en conclusie van eis in reconventie van 21 september 2016 met producties;
- het tussenvonnis van 5 oktober 2016 waarbij een meervoudige comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 6 juni 2017 met producties;
- de akte overlegging producties ten behoeve van comparitie van 6 juni 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 6 juni 2017;
- de akte uitlating voortzetting procedure van de zijde van HKZ van 6 september 2017 met producties;
- de antwoordakte van de zijde van Zilveren Kruis van 4 oktober 2017;
- het bericht dat mr. [X] met ingang van 11 september 2017 is geschrapt van het tableau en de daarmee verband houdende verwijzing van de zaak naar de parkeerrol toen zich geen nieuwe advocaat stelde;
- het verzoek van de zijde van Zilveren Kruis de zaak weer te mogen opbrengen ter rolle van 31 januari 2018 voor het wijzen van vonnis.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
kunnenhebben. Deze moeten dus voldoen aan het criterium verminking of aantoonbare lichamelijke functiestoornis om voor vergoeding in aanmerking te komen. Deze werkwijzer wordt door medisch adviseurs van alle zorgverzekeraars gehanteerd om de aanspraak van verzekerden op behandelingen van plastisch chirurgische aard, waaronder ook dermatologische behandelingen kunnen vallen, te beoordelen, aldus Zilveren Kruis.
geenvervolgafspraak met het betreffende specialisme wordt gemaakt en kan dus even goed worden uitgelegd in een voor HKZ gunstige wijze. De rechtbank oordeelt dan ook dat, mits voldaan is aan de hiervoor reeds besproken verwijzingseis, een eerste consult door Zilveren Kruis in redelijkheid vergoed moet worden, ongeacht het vervolgtraject.
€ 35.369,07aan HKZ dient te worden betaald over de jaren 2012 tot en met 2014.
“dat het definitieve vorderingsbedrag zal worden vastgesteld zodra alle onderzoeken met betrekking tot declaraties door ons zijn afgerond”. Voorts eindigt de brief met een mededeling dat alle rechten worden voorbehouden. Een dergelijke brief kan, mede in het licht van het feit dat contractueel tussen partijen een terugvorderingsrecht bij onterechte betalingen is opgenomen, niet anders worden gezien dan als een stuiting van de verjaring. Daarmee is het vorderingsrecht van Zilveren Kruis over 2010 en 2011 gegeven. De rechtbank haakt voor het te hanteren foutpercentage aan bij dat van 2012, dat hiervoor is gesteld op 47%. Dat betekent dat Zilveren Kruis recht heeft op terugbetaling van 47% van het door haar aan HKZ betaalde bedrag en dus op een bedrag van
€ 1.011.666,40.
35.369,07van HKZ uit hoofde van de eerste consulten) Zilveren Kruis aanspraak kan maken op betaling van
€ 976.297,33door HKZ. De wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen per datum vonnis, nu daartegen geen verweer is gevoerd.