ECLI:NL:RBDHA:2018:2451

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 maart 2018
Publicatiedatum
5 maart 2018
Zaaknummer
NL18,2362
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep van een Soedanese eiser in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij een eiser van Soedanese nationaliteit betrokken was. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 26 januari 2018 was genomen. Tijdens de zitting op 1 maart 2018 heeft de gemachtigde van de eiser de rechtbank laten weten dat noch de eiser, noch hijzelf zou verschijnen. De verweerder was wel vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

Na de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep van de eiser niet-ontvankelijk verklaard. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de eiser, na het indienen van zijn asielaanvraag, Nederland met onbekende bestemming heeft verlaten. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier A.E. Paulus, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na verzending of publicatie van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.2362
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2018 in de zaak tussen

[naam] , eiser

(gemachtigde: mr. E.S. van Aken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.J.F.M. van Raak).

ProcesverloopEiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 26 januari 2018 (het bestreden besluit).

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 maart 2018.Gemachtigde van eiser heeft de rechtbank op 1 maart 2018 bericht dat hij, noch eiser zal verschijnen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en van Soedanese nationaliteit.
2. Uit het dossier blijkt dat eiser na indiening van zijn asielaanvraag in Nederland met onbekende bestemming is vertrokken. Nu eiser en zijn gemachtigde niet ter zitting zijn verschenen, is de rechtbank van oordeel dat eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Paulus, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2018.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel