Uitspraak
geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboortedatum],
wonende te [adres, postcode en woonplaats].
1.Verloop van de procedure
- de bewindvoerder.
Rechtbank Den Haag
Op 5 maart 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van de schuldenaar, die eerder op 22 december 2017 was toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder, J. Lagendaal, diende op 22 januari 2018 een verzoek in tot voortijdige beëindiging van deze regeling, gebaseerd op het feit dat de schuldenaar een auto had aangeschaft terwijl hij al aanzienlijke schulden had. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op 19 februari 2018 gehouden, waarbij zowel de schuldenaar als zijn advocaat, mr. R.P.M. Duijndam, aanwezig waren.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de feiten en omstandigheden die ten grondslag lagen aan het verzoek van de bewindvoerder. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar in april 2016 betrokken was bij een auto-ongeluk, waarbij zijn aangepaste auto total loss raakte. De verzekeringsmaatschappij vergoedde een bedrag dat de schuldenaar in staat stelde een nieuwe aangepaste auto aan te schaffen, wat noodzakelijk was gezien zijn medische situatie. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar niet te goeder trouw was geweest bij het onbetaald laten van zijn schulden, maar dat de omstandigheden in dit specifieke geval niet leidden tot een weigeringsgrond voor de schuldsaneringsregeling.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de bewindvoerder tot beëindiging van de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat er geen sprake was van feiten die aanleiding gaven tot beëindiging van de regeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenaar in deze situatie niet in gebreke was gebleven en dat de schuldsaneringsregeling voortgezet kon worden.